In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 29 juni 2023, wordt een verzoek om proceskostenvergoeding behandeld. Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. R. Zwiers, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, waarin hen werd gelast om een erfafscheiding te verlagen of te verwijderen. Dit besluit, dat een dwangsom van € 1.500,- per week met een maximum van € 6.000,- inhield, werd op 16 mei 2023 door het college ingetrokken. Hierdoor hebben verzoekers hun verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken en verzocht om vergoeding van hun proceskosten.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het college met de intrekking van de last onder dwangsom tegemoet is gekomen aan de verzoekers. Op basis van de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de voorzieningenrechter het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten. De kosten voor de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 837,- voor de procedure en € 597,- voor de bezwaarfase, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.434,-. Daarnaast is het college veroordeeld tot terugbetaling van het griffierecht van € 184,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.