Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 februari 2023 met producties 1 tot en met 9;
- de akte van [gedaagde] met een eis in reconventie;
- de mondelinge behandeling van 22 februari 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
529,00
5.De beslissing
- € 18.634,02 aan huurachterstand;
- € 5.600,00 aan boete op grond van de artikelen 23.2 en 29 van de algemene bepalingen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 8 februari 2023 tot de betaling;
- € 875,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 8 februari 2023 tot de betaling;
- € 9.317,01 aan huur over de maand maart 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de datum van verzuim tot de betaling;