ECLI:NL:RBMNE:2023:3407
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- S.G.M. van Veen
- L.L. Hol
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning met betrekking tot pgb voor begeleiding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een inwoner van Woerden, had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) voor negen uur per week begeleiding in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden heeft deze aanvraag in een primair besluit van 25 november 2022 afgewezen. Na bezwaar van verzoeker heeft het college in een bestreden besluit van 23 maart 2023 het primaire besluit ingetrokken en aangekondigd opnieuw onderzoek te doen naar de aanvraag.
Verzoeker heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Op 4 april 2023 heeft het college een maatwerkvoorziening toegekend aan verzoeker, wat leidde tot de intrekking van het verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker heeft daarnaast verzocht om vergoeding van de proceskosten, waarop de voorzieningenrechter het college in de gelegenheid heeft gesteld te reageren. Het college heeft aangegeven bereid te zijn de proceskosten te vergoeden.
De voorzieningenrechter heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechter heeft vastgesteld dat het college tegemoet is gekomen aan het verzoek van verzoeker en heeft het verzoek om proceskostenveroordeling als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 837,- en bepaald dat het college ook het griffierecht aan verzoeker moet betalen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open.