Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
22 juni 2023 in de zaak tussen
Dhr. [eiser] en mw. [eiseres], uit [woonplaats], eisers
[vergunninghouder]uit [woonplaats] (de vergunninghouder)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eisers, Dhr. [eiser] en Mw. [eiseres], hebben beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum, waarin een omgevingsvergunning was verleend voor de aanleg van een padelbaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers geen bezwaar hebben gemaakt tegen het primaire besluit van 20 januari 2022, waarin de vergunning werd verleend. Dit gebrek aan bezwaar heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van hun beroep, zoals bepaald in artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat het niet indienen van bezwaar door eisers hen redelijkerwijs kan worden verweten, ongeacht het feit dat andere omwonenden wel bezwaar hadden gemaakt.
Tijdens de zitting op 22 juni 2023 heeft eiser aangegeven dat hij geen bezwaar heeft gemaakt vanwege tijdgebrek. De rechtbank heeft deze reden niet als voldoende geacht om het ontbreken van bezwaar te rechtvaardigen. De rechtbank heeft ook het standpunt van eisers verworpen dat hun beroep ontvankelijk zou zijn op basis van een later besluit van 11 mei 2023, omdat het beroep op grond van artikel 6:13 Awb niet-ontvankelijk is verklaard. Hierdoor kwam de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De rechtbank heeft beslist dat eisers geen griffierecht terugkrijgen en geen vergoeding van proceskosten ontvangen. De uitspraak is ondertekend door rechter Y.N.M. Rijlaarsdam en griffier J.M.T. Bouwman.