ECLI:NL:RBMNE:2023:3393

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 juni 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
UTR 23/1063
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag uitkering op grond van de Wet WIA met betrekking tot medische beoordeling en geschiktheid van functies

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) met ingang van 13 mei 2022. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft deze aanvraag met het besluit van 22 september 2022 afgewezen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft bij het bestreden besluit van 16 januari 2023 de afwijzing gehandhaafd. De rechtbank heeft de zaak op 29 juni 2023 behandeld, waarbij eiseres, haar partner en de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.

De rechtbank oordeelt dat er geen medische gegevens zijn die de afwijzing van de aanvraag kunnen onderbouwen. Eiseres heeft geen specifieke gronden aangevoerd over de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek, en de rechtbank ziet ook geen reden om dit onderzoek onzorgvuldig te achten. De verzekeringsartsen hebben dossieronderzoek verricht en eiseres gezien op een fysiek spreekuur. De rechtbank concludeert dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de juiste beperkingen heeft vastgesteld voor de psychische klachten van eiseres, en dat er geen aanleiding is om meer beperkingen aan te nemen.

Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de fysieke klachten van eiseres ook geen reden geven voor verdergaande beperkingen. Eiseres heeft geen medische informatie overgelegd die de juistheid van de medische beoordeling in twijfel trekt. De rechtbank volgt de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en concludeert dat eiseres op juiste gronden minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en het Uwv hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1063
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juni 2023 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. J. Heek)
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het Uwv), verweerder
(gemachtigde: mr. J.R. Staarthof).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) met ingang van 13 mei 2022.
Het Uwv heeft deze aanvraag met het besluit van 22 september 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 16 januari 2023 op het bezwaar van eiseres is het Uwv bij de afwijzing van deze aanvraag gebleven.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit op 29 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en haar partner, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het Uwv.
Na afloop van de behandeling van de zaak op de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan, waarbij is gewezen op de mogelijkheid om daartegen in hoger beroep te gaan.

Beslissing

Het beroep is ongegrond.

Overwegingen

1. Eiseres heeft geen specifieke gronden aangevoerd over de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en de rechtbank ziet ook geen reden om dat onderzoek onzorgvuldig te achten. De verzekeringsartsen hebben dossieronderzoek verricht, alle medische informatie bij de beoordeling betrokken en eiseres gezien op een fysiek spreekuur.
2. Over de medische beoordeling overweegt de rechtbank dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep beperkingen heeft gesteld voor de psychische (cognitieve) klachten van eiseres, maar eiseres is van mening dat meer beperkingen moeten worden aangenomen in de functionelemogelijkhedenlijst (FML). Partijen zijn het erover eens dat het rapport van de door het Uwv ingeschakelde deskundige van Psyon geen betekenis heeft en dat rapport is ook niet meegenomen in de beoordeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de door eiseres in beroep overgelegde informatie van haar behandelaar van HSK van 31 mei 2023 betrokken bij zijn nadere beoordeling en gaat net zoals de behandelend psycholoog uit van de diagnose PTSS en de klachten die daarbij horen.
3. De rechtbank oordeelt dat er geen medische objectieve gegevens zijn om meer beperkingen aan te nemen op basis van de psychische (cognitieve) klachten. De psycholoog van HSK heeft niet de deskundigheid om op basis van medisch objectiveerbare klachten beperkingen vast te stellen en dit rapporteert hij zelf ook. Bovendien is wat door de psycholoog is gezegd van na de beoordelingsdatum van 13 mei 2022 en bevestigt de psycholoog het dagverhaal van eiseres bij de verzekeringsarts. Hoe belangrijk het dagverhaal ook is, is het geen medisch gegeven maar haar eigen ervaring. Daarnaast is de informatie van de psycholoog een bevestiging van het eerdere standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en werpt het geen ander licht op de zaak. De rechtbank gaat voor de psychische klachten uit van de beperkingen zoals door de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn aangenomen in de FML.
4. Ten aanzien van de fysieke klachten stelt de rechtbank vast dat voor het oog een beperking is aangenomen in de FML en dat geen reden bestaat om verdergaande beperkingen aan te nemen. Eiseres heeft namelijk geen medische informatie overgelegd die aanleiding geeft om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling.
5. Eiseres voert aan dat op basis van de combinatie van cognitieve klachten en de rugklachten een urenbeperking is aangewezen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft toegelicht dat geen aanleiding wordt gezien voor een urenbeperking per dag of per week, omdat er geen sprake is van een energetische of preventieve indicatie en eiseres niet minder belastbaar is vanwege behandelingen. De rechtbank kan ook deze motivering van de verzekeringsartsbezwaar en beroep volgen.
6. Over de arbeidskundige beoordeling voert eiseres aan dat bij de functie productiemedewerker industrie de belastbaarheid van eiseres ten aanzien van zitten wordt overschreden. De rechtbank ziet geen aanleiding om te oordelen dat de geduide functies niet geschikt zijn. In het rapport van 12 januari 2023 en de Resultaat functiebeoordeling van 12 januari 2023 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep gemotiveerd waarom de functies de belastbaarheid van eiseres niet overschrijden.
7. Dat betekent dat eiseres op juiste gronden minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard en geen recht heeft op een WIA-uitkering per 13 mei 2022. Eiseres krijgt dus geen gelijk. Het beroep is ongegrond. Het Uwv hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 juni 2023 door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C.G. van Dijk, griffier.
griffier rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.