4.3Het oordeel van de rechtbank
1. [slachtoffer] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 24 augustus 2022 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik woon samen met mijn vrouw aan de [adres] te [woonplaats] . Mijn zoon [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) woont bij mij in de woning. [verdachte] heeft meerdere luchtdrukwapens.Op 24 augustus 2022 rond 08:45 uur lag ik boven in mijn woning in bed. Ik lag een beetje wakker te worden. Ik hoorde dat [verdachte] binnen kwam en de hond uit de slaapkamer meenam. Ik hoorde dat [verdachte] terug kwam en ik zag hem in de deuropening staan op een afstand van ongeveer 2 meter. Ik zag dat [verdachte] een zwart wapen in zijn rechterhand had. Het is een wapen met een langere loop. Ik hoorde [verdachte] vervolgens zeggen: "Jij helpt ook alles naar de kloten". Ik zei tegen [verdachte] "wat doe je nou [verdachte] ?". Ik zag dat [verdachte] het wapen nog steeds met zijn rechterhand vast had en ik zag dat hij het wapen op mij richtte. Ik voelde mij angstig. Ik zag en ik hoorde dat hij op mij schoot. Ik voelde meteen pijn bij mijn linker slaap en ik voelde mij verbouwereerd en verbaasd. Ik hoorde [verdachte] vervolgens naar beneden lopen. Ik ben naar de badkamer gelopen en ik zag allemaal bloed, ik ben daar enorm van geschrokken. Ik liep vervolgens naar beneden en heb toen 112 gebeld. Ik zag dat er binnen 10 minuten politie aan kwam.
2. Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben in
een proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] [woonplaats] )van 21 september 2022 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Samenvatting
Er werd een (1) vervormd, vermoedelijk verschoten loden projectiel in de slaapkamer
aan getroffen.
Het is aannemelijk dat er minimaal een (1) keer geschoten is met de aangetroffen
luchtbuks.
Sporendragers
SIN: AAMN9358NL
Object: Munitie
Aantal/eenheid: 4 stuks
Land: Nederland
Bijzonderheden: diverse munitie doosjes
SIN: AAMN9341NL
Object: Munitie
Land: Nederland
Bijzonderheden: Luchtbuks lange loop houten kolf
SIN: AAMN9356NL
Object : Overig wapen (Luchtdrukwapen)
Land : Nederland
Bijzonderheden : Luchtbuks lange loop houten kolf
3. W. Kerkhoff heeft in een geschrift, te weten een
rapport van het Nederlands Forensisch Instituut “ballistisch onderzoek naar aanleiding van een schietincident in Hilversum op 24 augustus 2022”van 1 november 2022 het volgende gerapporteerd, zakelijk weergegeven:
8 Conclusie
Vraag 1
Het vergelijkend onderzoek heeft aanwijzingen opgeleverd dat het fragment
[AAMN9341NL] is verschoten met het luchtdrukgeweer [AAMN9356NL]. De sterkte van deze aanwijzingen wordt hieronder verder toegelicht.
Voor het fragment [AAMN9341NL] en het luchtdrukgeweer [AAMN9356NL] zijn de
volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 1: Het fragment is afgevuurd uit de loop van het luchtdrukgeweer.
Hypothese 2: Het fragment is afgevuurd uit een andere loop van hetzelfde kaliber en
met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het luchtdrukgeweer.
De resultaten van het vergelijkend kogelonderzoek zijn ten minste zeer veel
waarschijnlijker" wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Vraag 2, 3 en 4
De kogels [AAMN9358NL] die met het luchtdrukgeweer [AAMN9356NL] werden verschoten, kunnen door de menselijk huid en in het onderliggende weefsel dringen.
Vraag 5
De ernst van het letsel dat met een kogel kan worden toegebracht hangt samen met de kinetische energie. Dit is tevens een maat voor de 'kracht' van een wapen. De gemiddelde kinetische energie van de kogels die met het luchtdrukgeweer [AAMN9356NL]
zijn verschoten is hoog voor een luchtdrukgeweer van het kaliber 4,5 mm maar laag in vergelijking met vuurwapens.
4. De
verklaring van verdachteter terechtzitting van 23 juni 2023:
Het klopt dat ik op 24 augustus 2022 in het bezit was van een luchtdrukgeweer en een gaspistool. Ik had deze wapens op mijn kamer liggen. Ik heb er nooit aan gedacht om de wapens weg te doen. Het klopt dat er met het luchtdrukgeweer op mijn vader is geschoten. Ik was die dag in de woning en zag mijn vader met een bebloed hoofd.
Bewijsoverwegingen feit 1
Vrijspraak feit 1 primair
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of bewezen kan worden dat verdachte heeft geprobeerd [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) van het leven te beroven.
Op basis van de feiten en omstandigheden zoals die blijken uit de voornoemde bewijsmiddelen, stelt de rechtbank het volgende vast. Verdachte heeft met een luchtdrukgeweer op een korte afstand van ongeveer 2 meter gericht op het hoofd van het slachtoffer geschoten.
De rechtbank stelt voorop dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte vol opzet op de dood van het slachtoffer heeft gehad. De officier van justitie heeft aangevoerd dat er sprake is geweest van voorwaardelijk opzet. Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – in dit geval op de dood van het slachtoffer – is aanwezig indien verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Uit het ballistisch onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) blijkt dat de kans op overlijden van het slachtoffer niet kan worden ingeschat omdat hierbij onder meer de plaats van treffen op het lichaam, de gesteldheid van de getroffen persoon en de tijdigheid waarmee adequate hulp kan worden verleend dient te worden meegewogen. Vaststaat dat het slachtoffer op het hoofd is geraakt. De andere door het NFI genoemde factoren zijn niet nader onderzocht. De rechtbank is van oordeel dat het procesdossier onvoldoende informatie bevat om te concluderen dat er een aanmerkelijke kans bestond op de dood van het slachtoffer. De rechtbank zal verdachte daarom van het onder 1 primair tenlastegelegde vrijspreken.
Feit 1 subsidiair
De volgende vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of bewezen kan worden dat verdachte heeft geprobeerd het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
De rechtbank stelt voorop dat het op een korte afstand met een luchtdrukgeweer gericht tegen het hoofd van het slachtoffer schieten, naar algemene ervaringsregels een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel bij het slachtoffer in het leven roept. De kans op het verliezen van een oog is aanmerkelijk. In dat verband is van belang dat uit voornoemd ballistisch onderzoek van het NFI blijkt dat kogels die met de betreffende luchtdrukgeweer worden verschoten door de menselijke huid en de onderliggende weefsels kunnen dringen en dat de kinetische energie van de met dit luchtdrukgeweer verschoten kogels relatief hoog is..
Voorts is de rechtbank van oordeel dat de gedraging van verdachte naar haar uiterlijke verschijningsvorm kan worden aangemerkt als het zo zeer gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij het slachtoffer, dat het niet anders kan zijn dat hij de aanmerkelijke kans hierop bewust heeft aanvaard. De psychische klachten van verdachte, zoals in paragraaf 8 nader te bespreken, doen hieraan niet af, omdat niet blijkt dat bij verdachte ten tijde van zijn handelen ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen heeft ontbroken.
De rechtbank acht het onder 1 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 2 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres] [woonplaats] ) opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 57 tot en met 60;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, inhoudende de categorisering van de in beslaggenomen wapens, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 10 uit het aanvullend procesdossier;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2023.