4.3Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder primair ten laste gelegde feit, in die zin dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor aan [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) zodanig letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan. De rechtbank merkt het rijgedrag van verdachte aan als zeer onvoorzichtig en onoplettend, zodat sprake is van een ernstige mate van schuld.
De rechtbank zal hierna uitleggen hoe zij tot deze conclusie is gekomen.
Een proces-verbaal Verkeersongevalsanalyse door [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van 14 december 2021, genummerd 2021260163-5, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, digitale pagina 44 e.v., doorgenummerde pagina 1 tot en met 38, – zakelijk weergegeven:
Op zondag 15 augustus heeft er een ongeval plaatsgevonden op de M.A. Reinaldaweg in Lopik. Wij zagen dat de aan de linkerzijde van de rijbaan aanwezige bosschages beschadigd waren. Op de parallelweg, welke links naast de bosschages gelegen was, zagen wij kras- en vloeistofsporen op het wegdek. Links van de parallelweg was een grasberm met daarachter een sloot aanwezig. Wij zagen dat er door de grasberm schuifsporen zichtbaar waren. Wij zagen dat de Seat op zijn linkerzijde in de sloot lag. Links van de sloot was een weiland aanwezig.
De beelden van het tankstation gelegen aan de M.A. Reinaldaweg in Lopik zijn uitgekeken. Wij zagen dat het voertuig zich op zijn eigen rijstrook bevond. Wij zagen dat, na ongeveer één seconde nadat hij voor het eerst in beeld kwam, het witte voertuig zich verplaatste naar de rijstrook voor het verkeer in tegengestelde rijrichting.
Uit de data van de verkeersregelinstallatie bleek dat de bestuurder van de Seat het kruispunt voorafgaande aan de ongevalslocatie was genaderd met een gevalideerde gemiddelde snelheid tussen de 150 km/h en de 176 km/h daar waar de toegestane maximum snelheid 80 km/h betrof. Zeer waarschijnlijk is als gevolg van deze hoge snelheid de bestuurder van de Seat de controle over het voertuig verloren.
Een proces-verbaal Aanrijding misdrijf door [verbalisant 4] van 17 augustus 2021, genummerd PL0900-2022112179-1, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, digitale pagina 20 e.v. – zakelijk weergegeven:
Locatie ongeval
Datum: 15 augustus 2021
Adres: M A Reinaldaweg
Plaats: Lopik
Bij het ongeval heeft onderstaand persoon letsel opgelopen.
Achternaam: [slachtoffer]
Voornamen: [voornamen]
Vervoerd naar ziekenhuis: Ja, Sint Antonius Ziekenhuis Utrecht te Utrecht
Opgenomen: Ja
Een proces-verbaal van bevindingen door [verbalisant 5] van 16 augustus 2021, genummerd PL0900-2021260163-2, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, digitale pagina 25 e.v. – zakelijk weergegeven:
Ik zag dat beide rijstroken werden gescheiden middels een op de rijbaan aangebrachte dubbele doorgetrokken streep.
Een verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 juni 2023 – zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik alcohol had gedronken voordat ik op 15 augustus 2021 ging rijden.
Het klopt dat ik in 2018 mijn rijbewijs heb behaald en beginnende bestuurder ben.
Een geschrift, inhoudende een Rapport Alcohol en drugs in het verkeer, van 23 september 2021, genummerd TABV7552NL, opgemaakt door Dr. Manfred Erkens (forensisch toxicoloog) van Labor Mönchengladbach, als bijlage bij proces-verbaal PL0900-2022112179-13, digitale pagina 10 e.v., doorgenummerde pagina 1 tot en met 4;
Aangewezen stof
Meetbare stof
Grenswaarde bij enkelvoudig gebruik
Eindresultaat in bloed
Rapportage eenheid
alcohol
ethanol
0,2 / 0,5*
1,08
milligram per milliliter
* 0,20 voor een beginnende bestuurder.
Een proces-verbaal Analyse VRI data door [verbalisant 1] van 10 december 2021, genummerd 2021260163-19, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, digitale pagina 33 e.v., doorgenummerde pagina 1 tot en met 10, – zakelijk weergegeven:
Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid (betrouwbaarheidsniveau van 99%) kan worden gesteld dat de bestuurder van de Seat voorafgaande aan het incident, op het traject van de verst gelegen detectielus tot aan de stopstreep, moet hebben gereden met een gemiddelde snelheid tussen de 163 km/h en 168 km/h, althans met een hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximum snelheid van 80 km/h.
Een proces-verbaal snelheidsvalidatie door [verbalisant 1] van 22 oktober 2021, genummerd 2021260163-11, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, digitale pagina 82 e.v., doorgenummerde pagina 1 tot en met 9, – zakelijk weergegeven:
De uitkomsten van de snelheidsberekeningen zijn in de volgende tabel verwerkt volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Het betrouwbaarheidsniveau moet gezien worden als de verwachting met betrekking tot het aantal gevallen waarin een bepaalde grens (onder- of bovengrens) correct is.
Een proces-verbaal van bevindingen door [verbalisant 4] van 4 september 2022, genummerd PL0900-2021260163-13, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, digitale pagina 31 e.v. – zakelijk weergegeven:Op 30 augustus 2021, heb ik gebeld met [A] . Zij vertelde mij dat [slachtoffer] op dat moment enkel last had van zijn gebroken ribben. Hij zat nog thuis en werkte nog niet.
Bewijsoverwegingen feit 1
De toedracht
De rechtbank stelt vast dat op 15 augustus 2021 op de MA Reinaldaweg in Lopik een eenzijdig ongeval heeft plaatsgevonden. Verdachte was de bestuurder van de auto, het slachtoffer was de bijrijder in de auto van verdachte. Verdachte is in de auto gestapt nadat hij die avond alcohol had genuttigd. Vervolgens is hij met een veel te hoge snelheid een bocht naar rechts genaderd, waarna hij de controle over zijn auto is verloren en over een dubbele doorgetrokken streep aan de linkerkant van de weg uiteindelijk in het weiland te belanden. Het slachtoffer heeft onder meer gebroken ribben opgelopen.
Schuld
Op grond van vaste jurisprudentie gaat het bij de beoordeling van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) om het geheel van de gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Dat brengt mee dat niet in zijn algemeenheid kan worden gesteld dat één verkeersovertreding voldoende is voor de bewezenverklaring van schuld in de zin van bedoelde bepaling. Voor culpa is meer nodig dan het veronachtzamen van de voorzichtigheid en onoplettendheid die van een normaal oplettende bestuurder mag worden verwacht. Tot slot kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin.
Het rijgedrag van verdachte
Uit de Verkeersongevalsanalyse volgt dat verdachte voorafgaand aan het ongeval te hard heeft gereden en over een doorgetrokken streep is gereden. Dat zijn verkeersovertredingen op grond van artikel 21 en 76 eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
Mate van schuld
Verdachte is als beginnend en dus onervaren bestuurder midden in de nacht onder invloed van te veel alcohol – namelijk ruim vijf keer de toegestane hoeveelheid – op de openbare weg gaan rijden. Naast verdachte zat het slachtoffer, in de auto. Verdachte heeft verklaard dat hij door deze bijrijder onder druk is gezet om hem weg te brengen. Niet is gebleken dat verdachte aan die druk redelijkerwijs geen weerstand kon bieden, zodat het enkel en alleen zijn verantwoordelijkheid is dat hij, als bestuurder, onder deze omstandigheden in de auto is gestapt. Verdachte reed kort voor het ongeval met een gemiddelde snelheid van tussen de 150 en 176 km/u waar slechts 80 km/u was toegestaan. Verdachte is ten gevolge van deze forse snelheidsovertreding de macht over het stuur verloren, met de auto op de andere weghelft terecht gekomen en uiteindelijk via een fietspad en grasberm in de sloot beland. De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat er sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW. De hiervoor overwogen omstandigheden in samenhang bezien leiden volgens de rechtbank tot het oordeel dat verdachte “zeer onvoorzichtig en onoplettend” heeft gereden in de gradatie van een ernstige mate van schuld.
Partiële vrijspraak roekeloosheid
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onderdeel roekeloosheid. Op basis van de bewijsmiddelen kan niet worden vastgesteld hoe lang voornoemde snelheidsovertreding en het gevaarlijke rijgedrag van verdachte hebben geduurd. De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman daarom van oordeel dat het rijgedrag van verdachte niet kan worden gekwalificeerd als roekeloos in voornoemde zin.
Partiele vrijspraak zwaar lichamelijk letsel
Het slachtoffer heeft letsel aan het ongeluk overgehouden en hij heeft daarvoor in elk geval een korte periode in het ziekenhuis moeten verblijven. Hoewel uit het dossier volgt dat het slachtoffer mogelijk zwaar lichamelijk letsel had – zijn werkgever heeft verklaard dat hij niet alleen gebroken ribben had, maar ook een gebroken rugwervel een klaplong en een klein scheurtje in de schedel –, volgt uit de bewijsmiddelen dat het slachtoffer ongeveer twee weken na het ongeluk enkel nog last van zijn ribben had, nog thuis zat en niet in staat was om te werken. Dit maakt dat de rechtbank concludeert dat het slachtoffer ten gevolge van het ongeval zodanig letsel heeft opgelopen dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de normale uitoefening van de bezigheden is ontstaan en zal verdachte partieel vrijspreken van het veroorzaken van het tenlastegelegde zwaar lichamelijk letsel.
Bewijsoverweging feit 2
Verdachte heeft het onder 2 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 juni 2023;
- een geschrift, inhoudende een Rapport Alcohol en drugs in het verkeer, van 23 september 2021, genummerd TABV7552NL, opgemaakt door Dr. Manfred Erkens (forensisch toxicoloog) van Labor Mönchengladbach, als bijlage bij proces-verbaal PL0900-2022112179-13, digitale pagina 10 e.v., doorgenummerde pagina 1 tot en met 4.