ECLI:NL:RBMNE:2023:335
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugbetaling van een geldlening en uitleg van een betalingsregeling met finale kwijting
In deze zaak vordert eiser, [eiser], dat gedaagde, [gedaagde], hem een bedrag van € 5.000,- terugbetaalt, dat hij op 23 juli 2018 aan gedaagde heeft geleend. Gedaagde heeft echter betwist dat hij dit bedrag nog verschuldigd is, en voert aan dat hij het volledige bedrag van de lening al heeft terugbetaald. Eiser stelt dat gedaagde slechts een deel van de lening heeft terugbetaald en dat er nog een bedrag van € 5.000,- openstaat. Gedaagde heeft daarnaast een betalingsregeling voorgesteld, waarbij hij een bedrag van € 28.000,- aan eiser zou betalen in maandelijkse termijnen van € 500,-, met finale kwijting voor alle vorderingen van eiser. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een geldleningsovereenkomst is en dat gedaagde een deel van de lening heeft terugbetaald. De rechter heeft echter geoordeeld dat de vordering van eiser niet opeisbaar is, omdat deze onder de betalingsregeling valt die door beide partijen is overeengekomen. De kantonrechter heeft eiser niet-ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen en hem veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.