4.3Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben op 18 december 2022 een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Onderstaand verhaal heeft betrokkene, [slachtoffer]verklaard: op 17 december omstreeks 21:00 uur heb ik contact gehad met een jongen. Rond 00.00 uur heb ik afgesproken met de man in het [hotel] in [plaats 1] . Wij zijn naar de hotelkamer gegaan. Ik heb gelijk gezegd: “ik pak mijn spullen en ga”. Zijn houding begon te veranderen. Ik hoorde hem zeggen: “Jij gaat helemaal nergens heen, jij blijft bij mij”. Ik zag dat hij een vuurwapen uit zijn jaszak pakte. Ik zag dat hij het vuurwapen laadde. Ik zag dat hij de bovenkant naar achter haalde. Ik hoorde het geluid van klik klik.Ik hoorde hem zeggen: “Jij gaat helemaal nergens heen, trek je kleding maar uit helemaal naakt”.
Betrokkene zou toen in de loop van het vuurwapen gekeken hebben en zich erg bedreigd voelen.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft op 18 december 2022 een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 18 december 2022 kreeg ik de melding om te gaan naar het [hotel] in [plaats 1] . De melder bleek te zijn: [slachtoffer] .
Ik hoorde dat er een man in kamer [.] een vuurwapen bij zich zou hebben. Ik zag dat er een zwart handvuurwapen in zijn broeksband zat.Ik zag dat het handvuurwapen van het merk Walther, model P22 was. Ik zag dat de haan van het vuurwapen naar achteren stond. Ik zag dat de veiligheidspal op het wapen naar boven stond en ik zag dat de trekker naar achter stond. De verdachte is [verdachte] .
Op 18 december 2022 is getuige [getuige] gehoord. Hij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat de man, genoemd als persoon 1, naar beneden kwam. De man was erg agressief en kwam beschonken over. Ik hoorde hem het volgende zeggen tegen persoon 3: “kom mee naar boven dan, anders schiet ik je hier neer en laat je gestrekt achter”. Ik zag dat persoon 1 ook met zijn handen een schietbeweging maakte richting persoon 3, terwijl hij dit zei.
Verbalisant [verbalisant 4] heeft op 20 december 2022 een proces-verbaal van bevindingen camerabeelden opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zie de vrouw met een andere man bij de receptie staan. Ik zie de man waar de vrouw eerder mee was komt aanlopen en in gesprek gaat met de man. Ik zie dat de eerste man schietbewegingen maakt met zijn rechterhand. Ik zie de man weer terug gaan naar zijn hotelkamer. De man (verdachte) op de camerabeelden betreft [verdachte] . Dit is tevens dezelfde man als het opgegeven signalement naar aanleiding van de melding.
Feiten 2, 3, 5 en 6
De feiten 2, 3, 5 en 6 zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 juni 2023;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 januari 2023, genummerd PL0900-2022375588-53, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, Dienst Regionale Recherche, Afdeling Specialistische Opsporing, Team Forensische Opsporing, Wapens Munitie Explosieven, houdende een categorisering van wapens en munitie, doorgenummerde pagina’s 99 tot en met 102;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 2] [plaats 1] ) van 18 december 2022, genummerd PL0900-2022375588-8, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een proces-verbaal van forensisch onderzoek, doorgenummerde pagina’s 296 en 297;
- Een kennisgeving van inbeslagneming van 18 december 2022 genummerd PL0900-2022375588-32, opgemaakt door rapporteur [A] , doorgenummerde pagina’s 197 en 198.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging
Anders dan de raadsman acht de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar. Die is voldoende concreet en feitelijk. Dat zij niet heeft verklaard dat zij eerder het vuurwapen zelf ook in haar handen heeft gehad en dat er (mogelijk) een financieel geschil was met verdachte over haar werk als prostituee, maakt dat niet anders.
De verklaring van [slachtoffer] wordt ondersteund door het feit dat bij verdachte een vuurwapen is aangetroffen. Ook wordt de verklaring ondersteund door getuige [getuige] die spreekt over een agressieve en beschonken man. De getuige heeft ook gehoord en gezien dat de man die bij [slachtoffer] was, werd bedreigd door verdachte.
De rechtbank gaat daarom uit van de verklaring van [slachtoffer] en verklaart naast het pakken, doorladen en richten van het vuurwapen op [slachtoffer] , ook de woordelijke bedreigingen wettig en overtuigend bewezen.