Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2]
- de pleitnota van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] .
2.Waar gaat de zaak over
3.De beoordeling
het komen en gaan van en naar de [straat] ”.[eiser sub 1] en [eiseres sub 2] mogen de erfdienstbaarheid alleen voor dat doel gebruiken en daarbij mogen zij niet meer overlast veroorzaken voor [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] dan voor een behoorlijke uitoefening van dat recht noodzakelijk kan worden geacht, zo heeft de rechtbank in 5.1 van dat vonnis bepaald. Aan deze bepaling heeft de rechtbank een dwangsom verbonden. De achtergrond van deze bepaling heeft de rechtbank geschetst in de overwegingen 4.17 en 4.18 van het vonnis. Kort samengevat is daarin overwogen dat uit beeldmateriaal is gebleken dat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] niet altijd op de minst belastende manier gebruik maken van de erfdienstbaarheid. Als voorbeeld is onder andere genoemd het onnodig open doen van het hek dat door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] is aangebracht op de strook waarop de erfdienstbaarheid rust (verder: het pad) en vervolgens naar binnen gaan zonder het hek te sluiten. Verder is overwogen dat ook bezoekers van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] gebruik mogen maken van de erfdienstbaarheid, maar dat ook voor hen geldt dat zij dat alleen mogen met als doel te komen en te gaan van en naar de [straat] . Zij moeten zoveel mogelijk gebruik maken van de voor-en achterdeur van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] en mogen niet parkeren op het pad.
€ 1.016,00