ECLI:NL:RBMNE:2023:3152

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
10142841 UC EXPL 22-6759
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Boete voor gastouder bij overstap naar ander bureau niet verschuldigd

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Midden-Nederland, heeft de kantonrechter op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een gastouderbureau, aangeduid als [eiseres], en een gastouder, aangeduid als [gedaagde]. De kern van het geschil betreft de vraag of [gedaagde] een boete van € 2.000,00 verschuldigd is aan [eiseres] omdat zij met een gezin, de familie [achternaam], is overgestapt naar een ander gastouderbureau. De overeenkomst tussen partijen bevatte een clausule die de gastouder verplichtte om opvangwerkzaamheden exclusief via [eiseres] aan te bieden en een boete oplegde bij overtreding van deze verplichting.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de familie [achternaam] niet via [eiseres] in contact is gekomen met [gedaagde], maar via haar eigen netwerk. Dit werd onderbouwd door WhatsApp-berichten die door [gedaagde] zijn overgelegd. De gemachtigde van [eiseres] had aangeboden om het tegendeel te bewijzen, maar dit bewijsaanbod was niet gespecificeerd, waardoor de kantonrechter dit aanbod passeerde. Gezien deze bevindingen concludeerde de kantonrechter dat er geen sprake was van overtreding van de overeenkomst en dat [gedaagde] derhalve geen boete verschuldigd was.

Daarnaast werd [eiseres] veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] zijn begroot op € 398,00. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] afgewezen en de beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
Zaaknummer: 10142841 \ UC EXPL 22-6759 MvdH/40201
Vonnis van 19 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: Rosmalen Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. L.J.H. Kortz.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de brief van 13 januari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van 1 maart 2023 met producties van [eiseres] ;
- het bericht van 10 maart 2023 met productie van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 17 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen is op 4 februari 2021 een overeenkomst gesloten tot bemiddeling en begeleiding van gastouderopvang. Op basis van deze overeenkomst bemiddelt [eiseres] , als gastouderbureau, bij het tot stand brengen van kinderopvang tussen [gedaagde] , als gastouder, en ouder(s).
2.2.
In artikel 6 lid 5 van de overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
De gastouder is gehouden de opvangwerkzaamheden via [eiseres] gekoppelde vraagouders exclusief via [eiseres] aan te bieden. Het is niet toegestaan om de ouder(s) die via [eiseres] met de gastouder in contact zijn gebracht mee te nemen naar een ander gastouderbureau. Indien de bij [eiseres] ingeschreven gastouder de overeenkomst, binnen de termijn van twee (2) jaar na de beëindiging met de (eventuele) betreffende ouder(s), alsnog buiten [eiseres] om voortzet, verbeurt de gastouder aan [eiseres] een directe opeisbare boete van € 2.000,00 (tweeduizend euro) te betalen aan [eiseres] . Onder tot stand gebrachte bemiddeling van een bij [eiseres] ingeschreven ouder wordt in dit verband tevens verstaan de potentiële ouder die voortkomt uit het offertebestand van [eiseres] en/of waarmee [eiseres] , ouder(s) en gastouder onderhandelingen voert omtrent een mogelijke toekomstige koppeling.
2.3.
Per 1 oktober 2021 is [gedaagde] met het gezin [achternaam] overgestapt naar het gastouderbureau [gastouderbureau] en is de gastouderopvang voor dit gezin via [eiseres] beëindigd.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.000,00, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt [eiseres] dat [gedaagde] de overeengekomen boete verschuldigd is omdat zij met het gezin [achternaam] is overgestapt naar een ander gastouderbureau.
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen.
3.4.
[gedaagde] baseert haar verweer op het volgende. Er is geen sprake van overtreding van artikel 6.5 uit de overeenkomst. [gedaagde] heeft het gezin [achternaam] buiten [eiseres] om aangenomen naar aanleiding van een verzoek uit haar vriendenkring. Het gezin kwam ook niet voor in het offertebestand. Als er wel sprake is van overtreding van de overeenkomst, dan is de boeteclausule volgens [gedaagde] onevenredig hoog.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil tussen partijen gaat om de vraag of er al dan niet sprake is van overtreding van artikel 6 lid 5 uit de overeenkomst. De kantonrechter volgt [gedaagde] in haar stelling dat dat dat niet het geval is en licht dat als volgt toe.
4.2.
Op grond van artikel 6 lid 5 van de overeenkomst is de boete alleen verschuldigd in het geval de ouders via [eiseres] met de gastouder in contact zijn gebracht.
In dit geval volgt uit de door [gedaagde] overgelegde WhatsAppberichten dat de familie [achternaam] niet via (het offertebestand van) [eiseres] , maar via het eigen netwerk van [gedaagde] met [gedaagde] in contact is gekomen. De gemachtigde van [eiseres] heeft op de zitting weliswaar aangeboden om het tegendeel te bewijzen. Echter, omdat de gemachtigde dit bewijsaanbod niet heeft gespecificeerd, passeert de kantonrechter dit.
Gelet op de vaststelling dat het gezin [achternaam] niet via [eiseres] met [gedaagde] in contact is gekomen, kan geen sprake van overtreding van de bepaling uit de overeenkomst. [gedaagde] is dan ook geen boete verschuldigd en de vordering van [eiseres] wordt daarom afgewezen.
4.3.
[eiseres] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 398,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief € 199,00).
4.4.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op € 398,00,
5.3.
veroordeelt [eiseres] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [gedaagde] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 99,50 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 april 2023.