ECLI:NL:RBMNE:2023:3141
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde en onroerendezaakbelasting, uitspraak over compromis en proceskosten
In deze zaak heeft de heffingsambtenaar van de gemeente een WOZ-waarde vastgesteld voor de woning van eiser op € 349.000, met als waardepeildatum 1 januari 2021, voor het belastingjaar 2022. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep op 12 mei 2023 behandeld tijdens een digitale zitting. Eiser was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, terwijl de heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door mr. T.C.A. Houkes en een taxateur. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden uitspraak vernietigd en de WOZ-waarde verlaagd tot € 339.000. Tevens is de aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig verminderd.
De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.266,-. De proceskosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft ook gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.