ECLI:NL:RBMNE:2023:3141

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
UTR 22/5113
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen WOZ-waarde en onroerendezaakbelasting, uitspraak over compromis en proceskosten

In deze zaak heeft de heffingsambtenaar van de gemeente een WOZ-waarde vastgesteld voor de woning van eiser op € 349.000, met als waardepeildatum 1 januari 2021, voor het belastingjaar 2022. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep op 12 mei 2023 behandeld tijdens een digitale zitting. Eiser was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, terwijl de heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door mr. T.C.A. Houkes en een taxateur. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden uitspraak vernietigd en de WOZ-waarde verlaagd tot € 339.000. Tevens is de aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig verminderd.

De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.266,-. De proceskosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft ook gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5113
proces-verbaal van de uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 mei 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: G. Gieben),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , de heffingsambtenaar

(gemachtigde: mr. T.C.A. Houkes).

Ontstaan en loop van het geding

De heffingsambtenaar heeft met de beschikking van 25 februari 2022 op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de WOZ-waarde van de woning van eiser aan de [adres] in [woonplaats] vastgesteld op € 349.000. De waarde is vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2021 en geldt voor het belastingjaar 2022. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting voor eiser als eigenaar van de woning vastgesteld. De WOZ-waarde is daarvoor als heffingsmaatstaf gehanteerd.
De heffingsambtenaar heeft met de uitspraak op bezwaar van 6 oktober 2022 (de bestreden uitspraak) het bezwaar ongegrond verklaard en de waarde van de woning en de daarop gebaseerde aanslag gehandhaafd. Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 12 mei 2023 op een digitale zitting behandeld. Daarbij is de waarnemer voor de gemachtigde van eiser, P.J.T. Loijen verschenen. De heffingsambtenaar heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. T.C.A. Houkes en taxateur [taxateur] .
Na afloop van de behandeling van de zaak op de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de rechtbank hierna onder de beslissing.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- verlaagt de waarde van de woning voor het belastingjaar 2022 tot € 339.000,-;
- bepaalt dat de aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig wordt verminderd;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten tot een bedrag van € 2.266,-;
- draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiser te vergoeden.

Beoordeling door de rechtbank

1. Partijen zijn bij wijze van compromis overeengekomen dat de waarde in het economisch verkeer van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2021 € 339.000,- moet bedragen. De rechtbank sluit zich hierbij aan.
2. Gelet op het compromis heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, de waarde verlaagd en bepaald dat de daarop gebaseerde aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig wordt verminderd.
3. De rechtbank veroordeelt de heffingsambtenaar in de door eiser gemaakte proceskosten. De proceskosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.266,-. Het gaat voor de beroepsfase om 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 837,-. Voor de bezwaarfase gaat het om 1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift en 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting met een waarde per punt van € 296,-.
4. Op de zitting is gewezen op de mogelijkheid om tegen deze uitspraak in hoger beroep te gaan op de manier zoals onderaan dit proces-verbaal staat omschreven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. C.L. Fix, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 mei 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag waarop het proces-verbaal van deze uitspraak is verzonden hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit proces-verbaal is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat.