ECLI:NL:RBMNE:2023:3139

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
UTR 22/5903
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over naheffingsaanslag parkeerbelasting en motivering van de uitspraak op bezwaar

Op 20 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser, die zijn auto op 18 maart 2022 zonder betaling had geparkeerd aan de Hengelostraat in Almere, heeft beroep ingesteld tegen de handhaving van deze naheffingsaanslag door de heffingsambtenaar van de gemeente Almere. De rechtbank heeft het beroep behandeld via een beeldverbinding, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig waren.

De rechtbank oordeelde dat er geen geschil bestond over het feit dat de auto zonder betaling was geparkeerd. De kern van het geschil lag in de vraag of er betaald moest worden voor het parkeren op de Hengelostraat en of de uitspraak op bezwaar voldoende was gemotiveerd. Eiser stelde dat de heffingsambtenaar onvoldoende had onderbouwd dat er betaald parkeren gold in de Hengelostraat en dat de uitspraak op bezwaar een motiveringsgebrek vertoonde.

De rechtbank concludeerde dat de Hengelostraat inderdaad onder de betaalde parkeerzones viel volgens het Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingplaatsen van de gemeente Almere. De rechtbank vond dat de heffingsambtenaar voldoende had aangetoond dat er betaald parkeren gold en dat de bestreden uitspraak voldoende was gemotiveerd, ondanks een verwijzing naar een onjuist aanwijzingsbesluit. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees een proceskostenveroordeling af, omdat het beroep ongegrond was verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5903
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juni 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Almere (de heffingsambtenaar)

(gemachtigde: A. Teunisse).

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 25 november 2022 (de bestreden uitspraak), waarbij een aan hem opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting van 30 maart 2022 (aanslagnummer [aanslagnummer] ) is gehandhaafd.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 20 juni 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar.
De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting gesloten en vervolgens uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Op 18 maart 2022 om 12:33 uur stond de auto met het kenteken [kenteken] geparkeerd aan de Hengelostraat in Almere zonder dat parkeerbelasting was betaald voor het parkeren. Daarover bestaat tussen partijen geen geschil. Wel is in geschil of op de plek waar de auto stond geparkeerd, de Hengelostraat, betaald moest worden voor het parkeren en of de uitspraak op bezwaar voldoende is gemotiveerd. Primair stelt eiser dat de heffingsambtenaar onvoldoende heeft onderbouwd dat in de Hengelostraat sprake was van betaald parkeren. Subsidiair stelt eiser dat sprake is van een motiveringsgebrek in de uitspraak op bezwaar. In de uitspraak op bezwaar wordt in reactie op de bezwaargrond dat voor de Hengelostraat geen betaald parkeren geldt, namelijk met een websitelink verwezen naar een onjuist aanwijzingsbesluit.
2. In deze zaak is het Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingplaatsen en belanghebbendenplaatsen Schilwijken Almere Stad [1] (het Aanwijzingsbesluit) van toepassing. Hierin worden per 1 januari 2022 de plaatsen aangewezen waar moet worden betaald voor het parkeren. De rechtbank overweegt dat de Hengelostraat is gelegen in de wijk Stedenwijk-Midden. Deze wijk is in het Aanwijzingsbesluit aangewezen als wijk waarin parkeerbelasting op grond van de Verordening parkeerbelasting Almere 2022 verschuldigd is. De rechtbank is daarom van oordeel dat op de plaats waar eiser parkeerde, parkeerbelasting moest worden betaald voor het parkeren. Nu eiser dit niet heeft gedaan, is de rechtbank van oordeel dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
3. De rechtbank is verder van oordeel dat de bestreden uitspraak voldoende is gemotiveerd. De heffingsambtenaar heeft erkend dat in de bestreden uitspraak via een link wordt verwezen naar een aanwijzingsbesluit dat niet ziet op het gebied waar de Hengelostraat ligt, maar op een ander gebied. Toch kon het voor eiser volgens de rechtbank voldoende duidelijk zijn met de bestreden uitspraak dat sprake was van een plaats waar parkeerbelasting moest worden betaald. Zo staat in de bestreden uitspraak vermeld dat door middel van bebording is aangegeven dat er betaald parkeren van toepassing is in het gebied en dat er ter plaatse parkeerautomaten zijn geplaatst. Daarnaast wordt met een weblink verwezen naar de website van de gemeente Almere met de vermelding dat daar alle relevante informatie kan worden gevonden over hoe betaald kan worden. Deze aanvullende informatie in de bestreden uitspraak maakt dat de rechtbank vindt dat met de verwijzing naar het aanwijzingsbesluit met een verkeerde link niet kan worden geconcludeerd dat het onvoldoende duidelijk was voor eiser dat sprake was van een parkeerbelastingplaats.
4. Gelet op wat hiervoor is overwogen is het beroep ongegrond verklaard.
5. Voor een proceskostenveroordeling of een vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding, omdat het beroep ongegrond is.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es-de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. C.L. Fix, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 juni 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van dit proces-verbaal, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Voetnoten

1.Het Aanwijzingsbesluit is gepubliceerd in het Gemeenteblad van 7 december 2021, nr. 443097.