ECLI:NL:RBMNE:2023:3122
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- E.M. van der Linde
- R.C. Stijnen
- Rechtspraak.nl
Besluit over de voorzienbaarheid van planschade in verband met omgevingsvergunning voor woningbouw
In deze zaak hebben eisers, eigenaren van een woning in Utrecht, beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om tegemoetkoming in planschade door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De aanleiding voor het verzoek was de omgevingsvergunning die op 22 mei 2017 aan een derde-partij was verleend voor de bouw van negen ééngezinswoningen op een perceel nabij de woning van eisers. Eisers stelden dat deze vergunning leidde tot verlies van uitzicht, bezonning en privacy, en vroegen om een schadevergoeding van € 98.300,-. Het college heeft het verzoek afgewezen, stellende dat de schade voorzienbaar was op het moment van de aankoop van de woning door eisers in 1986, omdat de Verordening tot vaststelling van de Regels voor de Bebouwde Kom (VBK) uit 1958 al aangaf dat er op het perceel woningen gebouwd konden worden.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de VBK voldoende aanwijzingen bood voor de mogelijkheid van woningbouw op het perceel, en dat eisers bij de aankoop van hun woning rekening hadden moeten houden met deze mogelijkheid. De rechtbank benadrukte dat de voorzienbaarheid van de schade niet vereist dat er een formele goedkeuring of gedetailleerde uitwerking van de plannen aanwezig was. De rechtbank concludeerde dat het college terecht de gevraagde tegemoetkoming in planschade heeft geweigerd, en dat eisers geen recht hebben op terugbetaling van griffierecht of proceskostenvergoeding.