Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
2.[eiseres sub 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
€ 17.724,56 op de koopprijs van de kavel aan de Gemeente gedaan.
3.Het geschil
€ 17.724,56, subsidiair veroordeling van de Gemeente om aan [eiser sub 1] c.s. te voldoen € 14.179,65, in beide gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid tot de voldoening;
4.De beoordeling
ongerechtvaardigdeverrijking geen sprake is, omdat het behouden van de aanbetaling door de Gemeente haar grondslag vindt in een rechtshandeling, te weten artikel 5 lid 3 sub a van de koopovereenkomst. Voor zover er al sprake zou zijn van een verrijking van de Gemeente, dan is daarvoor dus een redelijke grond aanwezig.