ECLI:NL:RBMNE:2023:3085

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
28 juni 2023
Zaaknummer
UTR 23/260
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gegrondverklaring van beroep wegens niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht

Op 16 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, gevestigd in Groot-Brittannië, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn was overschreden. Eiseres had verweerder op 30 december 2022 in gebreke gesteld en heeft vervolgens op 16 januari 2023 beroep ingesteld, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is. Verweerder had in een brief van 3 februari 2023 aangegeven binnen twee weken een besluit te nemen, maar dit was tot op heden niet gebeurd. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn nog wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.

Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, maar moet verweerder wel het griffierecht van € 184,- aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/260

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juni 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , te Groot-Brittannië, eiseres

(gemachtigde: A.A.V. Loonstein),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [1]
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
3. De beslistermijn is overschreden. Op 30 december 2022 is verweerder in gebreke gesteld. Eiseres heeft meer dan twee weken daarna, op 16 januari 2023, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek.
4. Het beroep is kennelijk gegrond.
5. Verweerder heeft in een brief van 3 februari 2023 aangegeven binnen twee weken een besluit te nemen. Tot op heden is dit nog niet gebeurd. Omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit doen binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak. [4]
6. De rechtbank bepaalt dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de beslistermijn nu nog wordt overschreden door verweerder. Daarbij geldt wel een maximum van € 15.000,-.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
8. Omdat het beroep gegrond is, moet verweerder het griffierecht van € 184,- aan eiseres betalen.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
-vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 184,- dat eiseres heeft betaald moet betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2023.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4.Artikel 8:55d, lid 1, van de Awb.