Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de brief van [eisers c.s.] van 11 mei 2023 met productie 6
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 5 juni 2023, hebben eisers c.s. een kort geding aangespannen tegen gedaagde met als doel ontruiming van een woning. Eisers c.s. stellen dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft, omdat er geen huurovereenkomst zou zijn, maar een bruikleenovereenkomst die inmiddels is geëindigd. Gedaagde betwist dit en beroept zich op huurbescherming. De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De rechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de overeenkomst tussen partijen een bruikleenovereenkomst was die geëindigd is. De rechter oordeelt dat de vorderingen van eisers c.s. worden afgewezen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. De rechter wijst ook op het belang van gedaagde en de gevolgen van een ontruiming. De proceskosten worden toegewezen aan gedaagde, omdat eisers c.s. in het ongelijk zijn gesteld. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken bij het gebruik van een woning en de juridische implicaties van huurovereenkomsten versus bruikleenovereenkomsten.