Uitspraak
1.[eiseres sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de brief van 31 maart 2023 van [eiseres c.s.] met productie 8 en 9;
- de mondelinge behandeling op 3 april 2023 waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De beoordeling
[eiseres c.s.] is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
[eiseres c.s.] heeft dan ook in beginsel de bevoegdheid om haar eigendom op te eisen [3] door ontruiming daarvan te vorderen, behalve als zij misbruik maakt van die bevoegdheid. Hiervan kan sprake zijn als er zodanige onevenredigheid bestaat tussen het belang van
[eiseres c.s.] bij de uitoefening van die bevoegdheid en het belang van [gedaagde c.s.] dat daardoor wordt geschaad, dat [eiseres c.s.] in redelijkheid haar bevoegdheid niet kan uitoefenen (artikel 3:13, tweede lid, van het BW).
[gedaagde c.s.] kan dus niet wachten met voldoen aan het vonnis in de periode dat tegen het vonnis nog hoger beroep mogelijk is of als hij hoger beroep heeft ingesteld en nog niet op dat hoger beroep is beslist. Of het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, moet worden beoordeeld door een afweging van de belangen van partijen. De belangen die hierbij worden meegewogen, zijn genoemd onder 2.12. en 2.13. De kantonrechter is van oordeel dat de belangen van [eiseres c.s.] om direct over te kunnen gaan tot uitvoering van het vonnis zwaarder wegen dan de belangen van [gedaagde c.s.] om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten. Daarom wordt het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
3.De beslissing
17 april 2023.