ECLI:NL:RBMNE:2023:3049

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
23/168
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de bestuursrechter in beroep tegen niet-onderzoek van aangifte van strafbare feiten

Op 13 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het Openbaar Ministerie Parket-Generaal Bestuurlijk en Juridische Zaken. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van verweerder, specifiek tegen het niet nemen van een beslissing op zijn bezwaar van 15 oktober 2022. Dit bezwaar was ingediend omdat de politie weigerde om aangiften van eiser te onderzoeken.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de wetgever in artikel 1:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft bepaald dat de hoofdstukken 2 tot en met 8 van deze wet niet van toepassing zijn op de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Aangezien het beroep van eiser betrekking heeft op het niet in behandeling nemen van aangiften van strafbare feiten, is de bestuursrechter onbevoegd om kennis te nemen van het beroep.

De rechtbank heeft daarom besloten dat het door eiser betaalde griffierecht zal worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en is in het openbaar uitgesproken. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/168

1.a

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juni 2023 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en
Openbaar Ministerie Parket-Generaal Bestuurlijk en Juridische Zaken, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit van verweerder.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet nemen van een beslissing op zijn bezwaar van 15 oktober 2022. Eiser heeft bij het Openbaar Ministerie bezwaar ingediend, omdat de politie zijn aangiften niet wil onderzoeken.
3. De rechtbank wijst eiser erop dat de wetgever in artikel 1:6, aanhef en onder a, van de Awb heeft bepaald dat hoofdstukken 2 tot en met 8 van deze wet niet van toepassing zijn op de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Omdat het hier gaat om een besluit op het bezwaar dat betrekking heeft op (het niet in behandeling nemen van) aangiften van strafbare feiten en dus op opsporing en vervolging van strafbare feiten, kan eiser niet bij de bestuursrechter in beroep gaan. Ook niet tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het Openbaar Ministerie.
4. De bestuursrechter is onbevoegd om kennis te nemen van het ingestelde beroep.
5. Omdat de bestuursrechter van de rechtbank onbevoegd is, zal het door eiser betaalde griffierecht worden terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het beroep.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2023.
De griffier is verhinderd dezerechter
uitspraak te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.