Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2023 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 3 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoeker en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. De zaak betreft een verzoek van de verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten na het intrekken van een besluit door de verweerder. De verweerder had op 4 oktober 2022 een besluit genomen waartegen de verzoeker in beroep was gegaan. Op 16 januari 2023 heeft de verweerder echter medegedeeld dat hij het eerdere besluit intrekt, waardoor de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en om proceskostenvergoeding heeft gevraagd.
De rechtbank heeft overwogen dat op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder geen bezwaar heeft tegen de vergoeding van de proceskosten in beroep. De rechtbank heeft de proceskosten van de verzoeker vastgesteld op € 837,-, gebaseerd op de waarde per punt voor het indienen van het beroepschrift. Daarnaast moet de verweerder ook het griffierecht van € 184,- aan de verzoeker betalen.
De rechtbank heeft het verzoek van de verzoeker om vergoeding van de eigen bijdrage afgewezen, omdat deze kosten niet onder de proceskosten vallen zoals genoemd in de Awb en het Bpb. De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 mei 2023 door rechter C.M. Dijksterhuis, in aanwezigheid van griffier I.J. Tiktak. De uitspraak is verzonden aan de partijen, met de mogelijkheid voor de verzoeker om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.