In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K. El Addouti, een verzoek ingediend om vergoeding van haar proceskosten na het indienen van een beroepschrift tegen het uitblijven van een besluit van de burgemeester van de gemeente Zeist, verweerder. Verzoekster diende haar beroepschrift in op 13 september 2022, waarna verweerder op 4 oktober 2022 een besluit nam. Aangezien verweerder aan de wensen van verzoekster voldeed, trok zij haar beroepschrift in en vroeg om een proceskostenvergoeding.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat op basis van artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. Verweerder heeft ingestemd met een proceskostenvergoeding conform het Bpb, waarbij een forfaitair punt voor het ingediende beroepschrift met een wegingsfactor van 0,25 werd toegepast, gezien de aard van de zaak.
De rechtbank heeft de proceskosten van verzoekster vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 837,-. Aangezien de zaak als “licht” werd aangemerkt, werd een wegingsfactor van 0,5 toegepast. Daarnaast moet verweerder ook het griffierecht van € 365,- aan verzoekster terugbetalen. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson en is openbaar uitgesproken op 25 april 2023.