ECLI:NL:RBMNE:2023:3042

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
22/4098
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K. El Addouti, een verzoek ingediend om vergoeding van haar proceskosten na het indienen van een beroepschrift tegen het uitblijven van een besluit van de burgemeester van de gemeente Zeist, verweerder. Verzoekster diende haar beroepschrift in op 13 september 2022, waarna verweerder op 4 oktober 2022 een besluit nam. Aangezien verweerder aan de wensen van verzoekster voldeed, trok zij haar beroepschrift in en vroeg om een proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat op basis van artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. Verweerder heeft ingestemd met een proceskostenvergoeding conform het Bpb, waarbij een forfaitair punt voor het ingediende beroepschrift met een wegingsfactor van 0,25 werd toegepast, gezien de aard van de zaak.

De rechtbank heeft de proceskosten van verzoekster vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 837,-. Aangezien de zaak als “licht” werd aangemerkt, werd een wegingsfactor van 0,5 toegepast. Daarnaast moet verweerder ook het griffierecht van € 365,- aan verzoekster terugbetalen. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson en is openbaar uitgesproken op 25 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4098

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2023 in de zaak tussen

[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. K. El Addouti),
en

de burgemeester van de gemeente Zeist, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekster om vergoeding van haar proceskosten.
Verweerder heeft op 13 december 2022 gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft op 13 september 2022 een beroepschrift ingediend tegen het uitblijven van een besluit van verweerder. Verweerder heeft op 4 oktober 2022 een besluit genomen. Verweerder heeft dus gedaan wat verzoekster wilde. Verzoekster heeft daarom haar beroepschrift ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor haar proceskosten.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Verweerder heeft gereageerd op het verzoek van verzoekster en kan zich vinden in een proceskostenvergoeding conform het Besluit proceskosten bestuursrecht van 1 forfaitaire punt voor het door gemachtigde ingediende beroepschrift met een wegingsfactor van 0,25, gelet op de aarde van de zaak.
4. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoekster die verweerder moet betalen vast op € 418,50,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van
€ 837,-). Omdat de zaak gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden, merkt de rechtbank deze zaak aan als “licht” en wordt een wegingsfactor van 0,5 toegepast. Verweerder moet dit bedrag betalen aan verzoekster.
5. Verweerder moet ook het griffierecht van € 365,- aan verzoekster terugbetalen.

Beslissing

De rechtbank
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 418,50 aan proceskosten;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 365,- aan verzoekster moet terugbetalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.