ECLI:NL:RBMNE:2023:3036

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 februari 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
22/4837
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake bezwaarschrift termijnoverschrijding

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 23 februari 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 31 augustus 2022 behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit dat op 15 mei 2022 bekend was gemaakt, maar het bezwaarschrift werd pas op 17 juli 2022 ontvangen, wat te laat was volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat er geen geldige reden is voor de termijnoverschrijding, ondanks de persoonlijke omstandigheden van eiser, die te maken hadden met het overlijden van zijn vader. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van eiser is om tijdig bezwaar te maken en dat hij hulp had kunnen inschakelen. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechter is buiten staat om te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4837

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 februari 2023 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van
31 augustus 2022.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 15 mei 2022. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk 27 juni 2022 door verweerder ontvangen moeten zijn. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 17 juli 2022. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. Verweerder heeft eiser bij brief van 26 juli 2022 gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding. Eiser heeft hierop niet gereageerd.
4. Uit het bezwaarschrift kan worden opgemaakt dat eiser pas op 20 juni 2022 kennis heeft genomen van het besluit van 15 mei 2022, waarbij de aanvraag van eiser buiten behandeling is gesteld omdat de aanvraag niet compleet was. Het besluit was wel opgenomen in de berichtenbox op de website van verweerder, maar eiser heeft dit te laat gezien omdat zijn vader was overleden en hij veel moest regelen. Eiser zat in een rouwproces.
5. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de situatie van eiser, is de rechtbank van oordeel dat dit geen geldige reden is voor het te laat indienen van het bezwaarschrift op grond van artikel 6:11 van de Awb. Eiser heeft een aanvraag ingediend en had kunnen verwachten dat hij daar antwoord op zou krijgen. Het is de verantwoordelijkheid van eiser om op tijd bezwaar te maken. Daar waar eiser vanwege het overlijden van zijn vader daartoe zelf niet in staat was, mag van hem worden verlangd dat hij daartoe de hulp van een derde inschakelt. De rechtbank volgt verweerder dat eiser ook niet zo snel mogelijk nadat hij kennis had genomen van het besluit alsnog een bezwaarschrift heeft ingediend. Hij heeft daarmee tot 17 juli 2022 gewacht. De beslissing van verweerder om het bezwaar van eiser kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren was juist.
6. Over de verklaring van [teamleider] (teamleider van eiser) merkt de rechtbank ten overvloede op dat de aanvraag van eiser buiten behandeling is gesteld vanwege het ontbreken van informatie. In overweging kan worden genomen om een nieuwe aanvraag in te dienen waarin een lerarenbeurs wordt aangevraagd of in ieder geval bij verweerder te informeren of dit zinvol is.
7. Het beroep is kennelijk ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2023.
(De rechter is buiten staat
de uitspraak te ondertekenen)
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.