ECLI:NL:RBMNE:2023:3035

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 februari 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
22/2050
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring van het beroep tegen het besluit van de gemeente Almere inzake termijnoverschrijding bezwaarschrift

Op 2 februari 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De eiser had op 11 mei 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat op 2 mei 2022 was genomen. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het beroep ongegrond is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van eiser te laat was ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bezwaarschrift binnen zes weken na bekendmaking van het besluit worden ingediend. In dit geval was het besluit op 29 december 2021 bekendgemaakt, en het bezwaarschrift was pas op 18 maart 2022 ontvangen door verweerder. De rechtbank heeft overwogen dat er geen geldige reden was voor de termijnoverschrijding, aangezien eiser niet op de hoogte was van de publicatie van het besluit.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De bekendmaking van het besluit voldeed aan de wettelijke vereisten, en de omstandigheid dat eiser niet op de hoogte was van het besluit, werd niet als verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding beschouwd. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiser ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/2050

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 februari 2023 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: E. van Ommeren),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 11 mei 2022 tegen het besluit van verweerder van 2 mei 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb).
3. In artikel 3:42 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval is het besluit gepubliceerd op 29 december 2021 in de Staatscourant en op de website van de gemeente Almere. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk op 10 februari 2022 door verweerder ontvangen moeten zijn. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 18 maart 2022. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. Verweerder heeft eiser bij brief van 1 april 2022 gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding. Eiser heeft 7 april 2022 schriftelijk gereageerd. Eiser geeft aan dat hij pas op 8 maart 2022 kennis heeft kunnen nemen van het besluit naar aanleiding van de bouwwerkzaamheden. Eiser heeft geen huis-aan-huis blad ontvangen in de periode van de publicatie van het besluit en was niet op de hoogte van publicatie op de website van verweerder. Eiser heeft daarom niet op tijd bezwaar in kunnen dienen.
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard en overweegt daartoe het volgende. Verweerder heeft het besluit op voorgeschreven wijze bekend gemaakt door publicatie in de Staatscourant en op de website van verweerder. In artikel 5, sub f, van de Bekendmakingswet is bepaald dat andere besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, langs elektronische weg bekend gemaakt moeten worden. Verweerder heeft verdere regels vastgelegd in de Verordening op de elektronische bekendmakingen Almere 2013. De rechtbank oordeelt dat verweerder daarmee heeft voldaan aan de vereisten van bekendmaking.
6. Dat eiser niet tijdig bezwaar heeft gemaakt omdat hij niet op de hoogte was van het besluit omdat hij de publicatie niet heeft gelezen, blijft voor zijn risico. Dit is geen reden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
7. Verweerder heeft terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep daarom kennelijk ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.