ECLI:NL:RBMNE:2023:3028

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
558622 / HA RK 23-126
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechter en rechtbank niet-ontvankelijk verklaard

In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 20 juni 2023 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. M.J. Grapperhaus, de rechter in de hoofdzaak met parketnummer 16-088657-23 volgnummer 4. Tevens heeft verzoeker een verzoek ingediend tot wraking van de rechtbank Midden-Nederland, de rechtspraak en alle rechters in Nederland, inclusief de overzeese gebieden en Sint Maarten. De wrakingskamer heeft op 26 juni 2023 uitspraak gedaan op het verzoek.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de vooringenomenheid van de rechter zouden kunnen onderbouwen. Artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) vereist dat een wrakingsverzoek gemotiveerd is, maar verzoeker heeft geen relevante argumenten gepresenteerd. Hierdoor is het verzoek tot wraking van de rechter niet-ontvankelijk verklaard.

Daarnaast heeft de wrakingskamer geoordeeld dat het verzoek tot wraking van de rechtbank Midden-Nederland en alle rechters in Nederland niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Een wrakingsverzoek kan alleen gericht zijn tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. Daarom is ook dit verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer/rekestnummer: 558622 / HA RK 23-126
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van
26 juni 2023
op het verzoek in de zin van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv) van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
(verder te noemen verzoeker),

1.De procedure

1.1.
Verzoeker heeft met de op 20 juni 2023 ter griffie van deze rechtbank ingekomen brief een verzoek tot wraking ingediend van mr. M.J. Grapperhaus (hierna: de rechter) in de hoofdzaak met parketnummer 16-088657-23 volgnummer 4. In diezelfde brief heeft verzoeker ook het verzoek ingediend tot wraking van de rechtbank Midden-Nederland, de rechtspraak en alle rechters in heel Nederland, de overzeese gebieden en Sint Maarten.
1.2.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

Ten aanzien van het verzoek tot wraking van de rechter
2.1.
Artikel 512 Sv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van de verdachte of het Openbaar Ministerie kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
Uit artikel 513 lid 2 Sv volgt dat het wrakingsverzoek gemotiveerd moet worden gedaan. Verzoeker heeft bij zijn wrakingsverzoek geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit de vooringenomenheid van de rechter blijkt.
2.3.
Naar het oordeel van de wrakingskamer kan het verzoek van verzoeker niet worden aangemerkt als een zoals in de wet bedoeld gemotiveerd wrakingsverzoek. Verzoeker heeft namelijk geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht waardoor volgens hem de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.
2.4.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in het wrakingsverzoek.
2.5.
Op grond van deze kennelijke niet-ontvankelijkheid kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 2 onder c van het wrakingsprotocol van deze rechtbank, een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek achterwege blijven.
Ten aanzien van het verzoek tot wraking van de rechtbank Midden-Nederland, de rechtspraak en alle rechters in Nederland, de overzeese gebieden en Sint Maarten
2.6.
Over het verzoek tot wraking van de rechtbank Midden-Nederland, de rechtspraak en alle rechters in Nederland, de overzeese gebieden en Sint Maarten, overweegt de wrakingskamer als volgt.
2.7.
Uit artikel 512 Sv volgt dat een wrakingsgrond gelegen moet zijn in feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Hieruit volgt dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. Voor zover het wrakingsverzoek is gericht tegen alle andere leden van de rechtbank Midden-Nederland, de rechtspraak en alle rechters in Nederland, de overzeese gebieden en Sint Maarten is dus geen sprake van een wrakingsverzoek in de zin van de wet en verzoeker is daarom niet-ontvankelijk in dit verzoek.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, andere betrokken partijen, de betrokken teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is, en de president van deze rechtbank;
3.3.
bepaalt dat de procedure van verzoeker met parketnummer 16-088657-23 volgnummer 4 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mrs. D. Wachter en C.P. Lunter als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. E.F.Q. van Dooren, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.