ECLI:NL:RBMNE:2023:3009

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
558416 / HA RK 23-122
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechtspraak en rechters in functie niet-ontvankelijk verklaard

Op 23 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittende in de wrakingskamer, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker. Dit verzoek was ingediend op 16 juni 2023 en richtte zich tegen de rechtspraak, de rechtbank Midden-Nederland en alle rechters in functie in Nederland en de overzeese gebieden, waaronder Sint Maarten. De verzoeker had eerder, op 3 mei 2023, al een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter, de griffier en de rechtbank Midden-Nederland, maar was bij beslissing van 25 mei 2023 niet-ontvankelijk verklaard in dat verzoek.

De wrakingskamer overwoog dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een wrakingsverzoek enkel kan worden ingediend tegen een rechter die de zaak behandelt. Aangezien het verzoek van de verzoeker zich richtte tegen de gehele rechtspraak en alle rechters in functie, was er volgens de wrakingskamer geen sprake van een geldig wrakingsverzoek. Daarom werd de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.

Daarnaast besloot de wrakingskamer toepassing te geven aan artikel 39 lid 4 Rv, wat inhoudt dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker met betrekking tot de procedure met zaaknummer 10423846 LT VERZ 23-1196 niet in behandeling zal worden genomen. Dit om te voorkomen dat de verzoeker misbruik maakt van het wrakingsmiddel en om de voortgang van de procedure te waarborgen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Lelystad
Zaaknummer/rekestnummer: 558416 / HA RK 23-122
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van
23 juni 2023
op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
(verder te noemen verzoeker),

1.De procedure

1.1.
Verzoeker heeft met de op 16 juni 2023 ter griffie van deze rechtbank ingekomen brief in de hoofdzaak met zaaknummer 10423846 LT VERZ 23-1196 een verzoek tot wraking ingediend van de rechtspraak, de rechtbank Midden-Nederland en alle rechters in functie in Nederland en de overzeese gebieden, waaronder Sint Maarten.
1.2.
In de hoofdzaak heeft verzoeker op 3 mei 2023 ook al een wrakingsverzoek (met zaaknummer 556974 / HA RK 23-97) ingediend tegen de rechter, de griffier en de rechtbank Midden-Nederland. Verzoeker is in dit wrakingsverzoek bij beslissing van 25 mei 2023 niet-ontvankelijk verklaard.
1.3.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Artikel 36 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelt op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Hieruit volgt dat een wrakingsverzoek slechts kan worden ingediend tegen een rechter die de zaak behandelt.
2.2.
Omdat verzoeker zijn wrakingsverzoek heeft gericht tegen de rechtspraak, de rechtbank Midden-Nederland en alle rechters in functie overweegt de wrakingskamer dat er geen sprake is van een wrakingsverzoek in de zin van de wet. Verzoeker is daarom niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Wrakingsverbod
2.3.
De wrakingskamer ziet aanleiding toepassing te geven aan artikel 39 lid 4 Rv.
Een volgend wrakingsverzoek van verzoeker, betrekking hebbend op de procedure met zaaknummer 10423846 LT VERZ 23-1196, zal niet in behandeling worden genomen. De reden hiervan is dat in het belang van de voortgang van die procedure voorkomen moet worden dat verzoeker door een hernieuwd wrakingsverzoek misbruik maakt van het wrakingsmiddel.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker, andere betrokken partijen en de president van deze rechtbank;
3.3.
bepaalt dat de procedure van verzoeker met zaaknummer 10423846 LT VERZ 23-1196 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek;
3.4.
bepaalt dat een volgend verzoek om wraking in de zaak met het zaaknummer 10423846 LT VERZ 23-1196 niet in behandeling zal worden genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mrs. D. Wachter en C.P. Lunter als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. E.F.Q. van Dooren, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.