ECLI:NL:RBMNE:2023:2994

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
10547615
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot gehuurde woonruimte door verhuurder afgesloten wegens vermeend roken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een huurder en een verhuurder. De huurder, [eiser], had een gemeubileerd appartement gehuurd van de besloten vennootschap [gedaagde] B.V. met een huurovereenkomst die eindigde op 21 november 2023. De verhuurder had de huurovereenkomst per e-mail opgezegd, omdat er volgens hem in het appartement was gerookt, wat in de huurovereenkomst was verboden. De huurder betwistte deze claim en stelde dat de verhuurder zonder toestemming het appartement was binnengegaan en dat er geen sprake was van roken.

Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2023 heeft de kantonrechter vastgesteld dat de verhuurder de huurovereenkomst niet rechtsgeldig had opgezegd. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder geen recht had om de huurder de toegang tot het gehuurde te ontzeggen. De huurder had een spoedeisend belang, aangezien hij geen toegang had tot zijn woonruimte. De kantonrechter heeft de verhuurder dan ook bevolen om de huurovereenkomst na te komen en de huurder binnen 12 uur na betekening van het vonnis toegang te verschaffen tot het appartement, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel, met een maximum van € 15.000,-.

Daarnaast is de verhuurder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de huurder, die zijn begroot op € 618,28. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de huurder direct recht heeft op de uitvoering van het vonnis, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10547615 UV EXPL 23-139 SV/40160
Vonnis van 12 juni 2023
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. G.W. Boogaard,
tegen:
de besloten vennootschap
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: [A] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 3 producties
  • de mondelinge behandeling op 12 juni 2023.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling is [eiser] verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. Boogaard voornoemd. Ook was voor [eiser] aanwezig de heer
[B] , vriend en tolk. [gedaagde] heeft zich laten vertegenwoordigen door de heer [A] voornoemd. Mr. Boogaard heeft in aanvulling op de dagvaarding verzocht om, ter vermijding van onduidelijkheid, in het dictum te vermelden dat het gaat om het gehuurde gelegen aan de [straat] [nummeraanduiding 1] , kamernummer [nummeraanduiding 2/letter] .
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 12 juni 2023 vonnis uitgesproken. Het onderstaande vormt hiervan de nadere schriftelijke uitwerking en is op
21 juni 2023 vastgesteld.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
[eiser] huurt met ingang van 22 mei 2023 van [gedaagde] een gemeubileerd appartement, gelegen aan de [straat] [nummeraanduiding 1] in [plaats] (het gehuurde). In de schriftelijke huurovereenkomst staat dat deze eindigt op 21 november 2023.
2.2.
In de schriftelijke huurovereenkomst staat ook een rookverbod.
2.3.
Op 25 mei 2023 is [gedaagde] zonder toestemming van [eiser] in het gehuurde geweest, voor het opmeten van de kozijnen. [gedaagde] heeft toen geconstateerd dat er in het gehuurde een asbak stond en dat er een rooklucht hing. [gedaagde] heeft [eiser] daarna op 26 mei 2023 per e-mail meegedeeld dat de huurovereenkomst per 31 mei 2023 daarom wordt beëindigd en dat de betaalde borg wordt gebruikt voor het schoonmaken van het gehuurde.
2.4.
[eiser] was het hiermee niet eens en heeft zijn gemachtigde ingeschakeld. Partijen hebben daarna geprobeerd een regeling te treffen om de huurovereenkomst toch voort te zetten, wat niet is gelukt.
2.5.
Op donderdag 8 juni 2023 om 10:34 uur heeft [gedaagde] [eiser] per e-mail meegedeeld dat er geen betaling van de (nieuwe) borg is ontvangen, dat de kamer die nacht om 12.00 uur op slot gaat via het automatische key lock systeem, er geen gebruik meer gemaakt kan worden van de kamer en dat de app op de telefoon waarmee de deur kan worden geopend niet meer zal werken. [eiser] heeft diezelfde avond ontdekt dat het gehuurde al om 18.00 uur via het key lock systeem was afgesloten. Op vrijdag 9 juni 2023 heeft [eiser] met toestemming van [gedaagde] zijn eigendommen uit het gehuurde kunnen ophalen.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te gebieden de huurovereenkomst na te komen en [eiser] onmiddellijk toegang te verschaffen en te blijven verschaffen tot het gehuurde. [eiser] vordert ook om hieraan een dwangsom te verbinden van € 500,- per dag of dagdeel voor het geval dat [gedaagde] in gebreke blijft met de naleving van dit gebod en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
[eiser] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] de tussen partijen gesloten huurovereenkomst dient na te leven. Het plegen van eigenrichting is niet toegestaan.

4.De beoordeling

spoedeisend belang

4.1.
[eiser] heeft een spoedeisend belang. Op dit moment heeft hij geen toegang tot de gehuurde woonruimte. Daarmee is de spoedeisendheid gegeven.
inhoudelijke beoordeling
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat het in een kort geding gaat om de vraag of – vooruitlopend op de uitkomst van een eventuele bodemprocedure – een voorlopige voorziening moet worden gegeven. Dat betekent kort gezegd dat, zonder verder onderzoek, al voldoende duidelijk moet zijn dat een bodemrechter de vorderingen zal toewijzen. In deze zaak is dat voldoende duidelijk geworden, zodat de vordering zal worden toegewezen. Hieronder wordt uitgelegd waarom.
4.3.
Het is voldoende aannemelijk dat [gedaagde] op 25 mei 2023 zonder toestemming in het gehuurde is geweest. [gedaagde] stelt dat zij [eiser] hiervoor vooraf om toestemming heeft gevraagd, maar [eiser] heeft tijdens de zitting gemotiveerd gesteld dat er geen toestemming was. Nog daargelaten dat [gedaagde] niet zomaar zonder toestemming het gehuurde mag betreden, is door [eiser] betwist dat in het gehuurde is gerookt. [eiser] heeft over de volle asbak die in het gehuurde is aangetroffen verklaard dat hij deze, in haast, vanuit de tuin van zijn vorige woning naar het gehuurde heeft meeverhuisd en nog niet had geleegd. De kantonrechter vindt dit niet erg geloofwaardig, maar ook als er in het gehuurde wel zou zijn gerookt, betekent dat nog niet dat [gedaagde] de huurovereenkomst, die voor bepaalde tijd is gesloten, tussentijds mag opzeggen en [eiser] van de ene op de andere dag op straat mag zetten. Uiteraard moet [eiser] het rookverbod, dat in de huurovereenkomst is afgesproken, respecteren. Indien [gedaagde] van mening is dat [eiser] zich niet aan dit rookverbod of aan één van de andere voorwaarden in de huurovereenkomst houdt en de huurovereenkomst wil beëindigen, kan zij in een procedure bij de kantonrechter vragen de huurovereenkomst te ontbinden vanwege een tekortkoming van [eiser] . Dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Nu de huurovereenkomst niet geldig door [gedaagde] is opgezegd en niet door de kantonrechter is ontbonden, is de huurovereenkomst tussen partijen niet geëindigd en loopt deze door. [gedaagde] had en heeft daarom geen recht of titel om [eiser] de toegang tot het gehuurde te ontzeggen. De vordering van [eiser] om hem weer toegang te verschaffen tot het gehuurde zal dan ook worden toegewezen. Dit betekent dat de kantonrechter [gedaagde] zal gebieden de huurovereenkomst met [eiser] na te komen en [eiser] binnen uiterlijk 12 uur na betekening van dit vonnis, waarbij de nachtelijke uren tussen 00:00 en 06:00 uur niet worden meegerekend, toegang tot het gehuurde te verschaffen en te blijven verschaffen.
dwangsom
4.4.
[gedaagde] heeft zich niet uitgelaten over de gevorderde dwangsom. De kantonrechter zal deze toewijzen en bepalen op € 500,- per dag of dagdeel dat [gedaagde] zich niet aan dit vonnis houdt, maar verbindt daaraan wel een maximum van € 15.000,-.
proceskosten
4.5.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- informatiekosten € 3,28 (€ 2,71 + 21% BTW)
- griffierecht € 86,00
- salaris gemachtigde €
529,00(tarief eenvoudig kanton kort geding)
Totaal € 618,28
Wegens het ontbreken van een wettelijke grondslag is een kostenveroordeling met de verplichting tot betaling van de door de griffier voorgeschoten exploot- en/of advertentiekosten niet mogelijk.

5.De beslissing

De kantonrechter:
geeft de volgende onmiddellijke voorziening:
5.1.
gebiedt [gedaagde] de huurovereenkomst na te komen en [eiser] onmiddellijk toegang te verschaffen en te blijven verschaffen tot het gehuurde, het appartement met kamernummer [nummeraanduiding 2/letter] aan het adres [straat] [nummeraanduiding 1] te ( [postcode] ) [plaats] , binnen uiterlijk 12 uur na betekening van dit vonnis (waarbij de uren tussen 00:00 uur en 6.00 uur ’s nachts niet worden meegerekend), op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of per dagdeel dat [gedaagde] daarna in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 15.000,-;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 618,28, waarin begrepen € 529,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.R. Creutzberg, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2023.