In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 mei 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een 17-jarige jongen, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling, Samen Veilig Midden-Nederland, aanwezig waren. De vader en [minderjarige] waren niet verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds 7 september 2021 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling en dat de machtiging tot uithuisplaatsing eerder is verleend en verlengd. De kinderrechter heeft de noodzaak van de uithuisplaatsing onderbouwd met zorgen over de thuissituatie van [minderjarige], die gekenmerkt werd door een gebrek aan stabiliteit en ernstige zorgen over huiselijk geweld. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de uithuisplaatsing in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige] is en heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 7 september 2023. De kinderrechter heeft ook de zorgen geuit over het gebrek aan regie door de gecertificeerde instelling, vooral gezien de naderende meerderjarigheid van [minderjarige]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling aangespoord om de regie te herpakken en de ontwikkeling van [minderjarige] te monitoren, met het oog op een mogelijke terugplaatsing bij de moeder in de toekomst.