ECLI:NL:RBMNE:2023:2980

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
555840
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in een onrustige gezinssituatie met wantrouwen tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 mei 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen. De ouders, die belast zijn met het ouderlijk gezag, zijn verwikkeld in een conflict en zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat leidt tot een onveilige en onrustige thuissituatie voor de kinderen.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn zowel de ouders als de kinderen gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen last hebben van de spanningen tussen de ouders en dat dit hun ontwikkeling bedreigt. De ouders zijn onvoldoende in staat om de benodigde hulp te accepteren en te benutten, waardoor de situatie voor de kinderen niet verbetert. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de kinderen te beschermen en hen de hulp te bieden die zij nodig hebben.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar opgelegd, tot 12 mei 2024, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De ouders hebben ingestemd met de ondertoezichtstelling en erkennen de noodzaak van hulp van buitenaf. De kinderrechter heeft ook zorgen geuit over het gebrek aan beschikbare gezinsvoogden en hoopt dat er snel een gezinsvoogd kan worden aangesteld om de situatie te monitoren en de benodigde hulpverlening te bieden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/555840 / JE RK 23-697
Datum uitspraak: 12 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, Midden-Nederland,

hierna te noemen de Raad,
betreffende

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2009 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige 1] ,

[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2013 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,

[vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 2] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft ontvangen:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 24 april 2023, ingekomen bij de griffie op 24 april 2023.
Op 12 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige 1] , die apart is gehoord;
- de vader;
- de moeder;
- mevrouw [A] , namens de Raad;
- mevrouw [B] namens de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-` Nederland (hierna te noemen: de GI).

De feiten

De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de duur van een jaar.
De Raad heeft toegelicht dat sprake is van een ernstige bedreigde ontwikkeling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , omdat de kinderen last hebben van spanningen en het wantrouwen tussen ouders en erin meegetrokken worden. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] komen hierdoor onvoldoende toe aan hun eigen ontwikkelingstaken. De ouders van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn op dit moment onvoldoende in staat onder eigen verantwoordelijkheid de bedreiging weg te nemen en hulpverlening te accepteren, doordat zij de hulp niet kunnen benutten die wel beschikbaar is. De verwachting is dat de ouders de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] binnen een voor Flnn en [minderjarige 2] aanvaardbare termijn weer zelf kunnen dragen. De Raad vindt een jaar een passende termijn voort de ondertoezichtstelling, omdat het wantrouwen tussen de ouders zeer hardnekkig is en er tijd nodig is om het stressniveau bij alle gezinsleden te laten zakken, zodat er ruimte kan ontstaan om de hulp te benutten.

Het standpunt van de belanghebbenden

De vader is het eens met het verzoek van de Raad. De vader denkt dat het een goed idee is dat een gezinsvoogd wordt aangesteld die kan meekijken in het gezin. De vader hoopt dat de gezinsvoogd spoedig kan starten.
De moeder is het eens met het verzoek van de Raad. De moeder maakt zich zorgen over de kinderen. Ze vindt het fijn dat iemand van buitenaf betrokken raakt bij het gezin en het gezin kan helpen en ondersteunen.

De beoordeling

De kinderrechter zal [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht stellen van de GI voor de duur van een jaar, dus tot 12 mei 2024. De kinderrechter zal deze beslissing hierna uitleggen.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat er is voldaan aan de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] worden ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. De kinderen groeien op in een zeer spanningsvolle opvoedsituatie met ouders die onderling een strijd met elkaar blijven voeren. De ouders zijn wantrouwend naar elkaar, diskwalificeren elkaar en zijn niet in staat om op een constructieve wijze met elkaar te communiceren in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . De kinderen hebben veel last van deze situatie. De kinderen weten niet goed waar zij aan toe zijn en ervaren veel onrust. Daarnaast bestaan er zorgen over de kindeigen problematiek van [minderjarige 2] . [minderjarige 2] is een zeer kwetsbare jongen die zich nauwelijks kan handhaven thuis en op school. Hij heeft veel last van boze buien. [minderjarige 2] heeft hierdoor dringend een stabiele thuissituatie, steun vanuit zijn ouders en hulp nodig. De kinderrechter heeft gelezen en gehoord dat de benodigde hulpverlening voor [minderjarige 2] op dit moment geen doorgang kan vinden door de aanhoudende strijd tussen de ouders. De kinderrechter vindt dit zeer zorgelijk en niet in het belang van [minderjarige 2] .
Net als de Raad vindt de kinderrechter een ondertoezichtstelling nu noodzakelijk, omdat de ouders onvoldoende in staat zijn de ontwikkelingsbedreiging van de kinderen zelf weg te nemen. Het vrijwillig kader is onvoldoende toereikend gebleken. Een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar is passend, gelet op de grote zorgen en omdat de ouders al een lange tijd in strijd zijn met elkaar. Een kortere termijn is niet haalbaar gegeven de hulpverlening die nodig is om verandering in de dynamiek tussen de ouders teweeg te brengen. Het gaat dan met name om het volgen van parallel ouderschap door de ouders. Pas als de strijd tussen de ouders is gestopt, is er voldoende rust om ook voor [minderjarige 2] hulp in te zetten.
De kinderrechter vindt het zorgelijk dat er geen gezinsvoogd beschikbaar is voor dit gezin. De ouders staan achter de ondertoezichtstelling en zien de noodzaak van gedwongen hulp, nu het hen zelf niet lukt om de situatie te doorbreken. Ook [minderjarige 1] heeft verteld dat hulp hard nodig is. De zorgen over [minderjarige 2] ten slotte zijn heel groot, en duidelijk is hulp in verband met zijn kindeigen problemen pas mogelijk is als het gezinssysteem minder onrustig is. Om al deze redenen is het dan ook van groot belang om het momentum niet voorbij te laten gaan en om te voorkomen dat de frustraties, boosheid en teleurstelling verder oplopen in plaats van afnemen. De bureaudienst van de GI heeft aangegeven de situatie zoveel mogelijk te zullen monitoren en waar mogelijk alvast de benodigde hulpverlening in te zullen zetten. De kinderrechter hoopt van harte dat er op korte termijn een gezinsvoogd beschikbaar is voor het gezin.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht van Stichting Samen Veilig Midden-Nederland met ingang van 12 mei 2023 tot 12 mei 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2023 door mr. T. Dopheide, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.M.F. Crijns als griffier, en op schrift gesteld op 6 juni 2023.
AFSCHRIFT
Voor eensluidend afschrift.
De griffier van de rechtbank.
9 juni 2023
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.