ECLI:NL:RBMNE:2023:2938

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
22/5086
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de bestuursrechter in beroep tegen telefoongesprek

Op 3 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak, geregistreerd onder zaaknummer UTR 22/5086. Eiser heeft op 14 oktober 2022 beroep ingesteld tegen een telefoongesprek, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit telefoongesprek geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat een besluit een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan moet zijn, en aangezien het telefoongesprek niet aan deze definitie voldoet, kan er geen beroep worden ingesteld op grond van artikel 8:1 van de Awb.

De rechtbank heeft daarom besloten zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van het beroep. Dit betekent dat de rechtbank niet verder zal ingaan op de inhoud van het beroep en dat er geen griffierecht zal worden geheven. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is in het openbaar uitgesproken. De griffier, I.J. Tiktak, was aanwezig bij de uitspraak. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5086

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2023 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 14 oktober 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiser heeft op 14 oktober 2022 beroep ingesteld tegen een telefoongesprek.
3. Artikel 1:3, eerste lid, van de Awb bepaalt dat een besluit een schriftelijke beslissing is van een bestuursorgaan, die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt.
4. De rechtbank stelt vast dat het telefoongesprek waartegen eiser in beroep gaat, geen besluit is in de zin van artikel 1:3 en ook niet met een besluit gelijk is gesteld (artikel 8:2 van de Awb), omdat het geen schriftelijke beslissing is. Dit betekent dat er geen beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter op grond van artikel 8:1 van de Awb.
5. Omdat geen beroep kan worden ingesteld op grond van artikel 8:1 van de Awb verklaart de bestuursrechter zich onbevoegd van het beroep kennis te nemen.
6. Omdat de bestuursrechter zich onbevoegd verklaart, zal worden afgezien van het heffen van het griffierecht.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het beroep.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.