ECLI:NL:RBMNE:2023:2937

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
22/4818
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake belastingtoeslagen

Op 3 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had op 11 oktober 2022 een beroep ingediend, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank merkte op dat eiseres niet had aangegeven waarom zij het niet eens was met het besluit en ook geen kopie van het besluit had ingediend. Dit gebrek in de beroepsgronden leidde ertoe dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kon behandelen. Eiseres had op 31 januari 2023 een aangetekende brief ontvangen waarin zij werd uitgenodigd om het gebrek binnen vier weken te herstellen, maar zij heeft niet gereageerd op deze brieven.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4818

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 11 oktober 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet heeft aangegeven waarom zij het niet eens is met het besluit (de beroepsgronden) en ook geen kopie van het besluit heeft ingediend.
3. Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom de beroepsgronden en een kopie van het besluit niet zijn ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 31 januari 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat zij dit gebrek binnen vier weken kan herstellen. Op 22 februari 2023 heeft de rechtbank ook per gewone post een brief gestuurd.
5. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brieven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.