Op 13 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden, aangezien eiser meer dan twee weken na de ingebrekestelling, op 8 januari 2023, beroep had ingesteld. De rechtbank besloot dat het beroep kennelijk gegrond was en dat verweerder alsnog binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit moest nemen. Verweerder had verzocht om een langere termijn van zes weken, maar de rechtbank wees dit verzoek af, omdat er geen buitengewone omstandigheden waren die een langere termijn rechtvaardigden. De rechtbank legde verweerder een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moest verweerder het griffierecht van € 184,- aan eiser vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen de uitspraak.