ECLI:NL:RBMNE:2023:2908

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 juni 2023
Publicatiedatum
20 juni 2023
Zaaknummer
07.607398.06
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel en voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

Op 19 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde betrokkene, geboren in 1942, die sinds 2008 onder TBS valt na veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft de TBS-maatregel met een jaar verlengd en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd, onder strikte voorwaarden. De rechtbank baseerde haar beslissing op verschillende rapportages van deskundigen, waaronder psychologen en reclassering, die de huidige situatie van betrokkene als stabiel beschouwen, ondanks zijn pedofiele stoornis en andere psychische problemen. Betrokkene heeft zich de afgelopen jaren aan de voorwaarden gehouden en er zijn geen incidenten geweest. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen gewaarborgd kan worden door het stellen van voorwaarden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat elektronisch toezicht via een enkelband niet langer noodzakelijk is, en dat alternatieve controlemethoden zoals videobellen en locatiedelen kunnen worden ingezet. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging vastgesteld, waaronder het vermijden van contact met minderjarigen en het meewerken aan reclasseringstoezicht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 07.607398.06 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 19 juni 2023
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1942 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende aan de [adres] , [verblijfplaats] (gem. [gemeente] ),
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 juni 2008 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het meermalen plegen van ontuchtige handelingen buiten echt met iemand beneden de zestien jaren;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 1 juli 2008;
  • de beslissing van deze rechtbank van 4 juli 2022, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 22 mei 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 22 mei 2023, die strekt tot een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging;
  • het verlengingsadvies van Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S van Mesdag van 2 mei 2023, opgemaakt door J.M. de Jong (GZ-psycholoog en behandelcoördinator) en H.J. Beintema (psychiater en hoofd van de instelling), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen;
  • het Pro Justitia-rapport van 23 maart 2023, opgemaakt door A.A.R. de Kom, psychiater;
  • het Pro Justitia-rapport van 11 april 2023, opgemaakt door A.J. de Groot, psycholoog;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 2 juni 2022 tot en met 26 april 2023;
  • een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 17 mei 2023, opgemaakt door M. van Heuveln (reclasseringswerker) en K.M.L. van Emstede (unitmanager).

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 5 juni 2023 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A.C.M. Beneken genaamd Kolmer;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. H.M. Terpstra, advocaat te Leeuwarden;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, de heer H.H.T. Rutten ;
- de aan de reclassering verbonden deskundige, mevrouw M. van Heuveln.

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Hieruit blijkt het volgende.
Betrokkene is een 81-jarige man die zich seksueel aangetrokken voelt tot minderjarige jongens, er is sprake van pedofilie van het niet-exclusieve type. Naast pedofilie is er sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vermijdende en narcistische trekken. Verder is er sprake van chronische leukemie.
Op 23 maart 2009 werd betrokkene opgenomen in FPC Dr. S. van Mesdag (hierna: de kliniek). Vanaf 1 april 2015 verblijft betrokkene in het kader van transmuraal verlof bij [naam instelling] te [verblijfplaats] , een 24-uursinstelling waar te allen tijde toezicht en ondersteuning wordt geboden aan volwassen mannen met psycho-sociale problematiek. Het verblijf verloopt over het algemeen naar wens. Betrokkene heeft op het terrein van
[naam instelling] onbegeleide vrijheden en draagt een enkelband, zodat gemonitord kan worden of betrokkene zich aan de geplande verloven houdt. Doelgerichte semi en/of onbegeleide verloven buiten het terrein worden sterk gekaderd en onder voorwaarde van adequaat risicomanagement voorzichtig uitgebreid. Daarbij blijven doelgerichtheid en afbakening belangrijk, ter vergroting van de kwaliteit van leven, en zodat betrokkene voor hem zinvolle activiteiten kan ondernemen.
Sinds maart 2022 heeft betrokkene enige uitbreiding in de onbegeleide verlofruimte in
[gemeente] en omgeving, waarbij meerdere verlofactiviteiten zijn goedgekeurd. Wanneer
betrokkene activiteiten wil toevoegen aan deze 'goedgekeurde' lijst dient hij dit tijdig vooraf
te bespreken met de woonbegeleiding en de reclassering. De reclassering ziet mogelijkheden
in kleine verlofuitbreiding. De kliniek is van mening dat voorzichtigheid hierbij geboden moet zijn. Het is betrokkene zijn verantwoordelijkheid te laten zien dat hij adequaat kan omgaan met deze uitbreiding en dat hij transparant is over het verloop van zijn verloven. Externe controle blijft daarbij van belang.
Betrokkene wordt nu ruim zeven jaar gevolgd middels elektronisch toezicht (enkelband) en
er hebben nooit grote ongeregeldheden of bijzonderheden plaatsgevonden. De reclassering
stelt dat het verantwoord is om de huidige situatie in het kader van proefverlof te continueren. De kliniek stelde voor om gedurende de eerste periode van proefverlof de enkelband om te laten, zodat er niet te veel in korte tijd verandert. Ondertussen wordt gekeken naar alternatieven voor plaatsbepaling en controle (beeldbellen, locatievoorziening etc). Vervolgens zal er een tijd overlap zijn tussen enkelband en alternatief, zodat getoetst kan worden of dit een voldoende verantwoord alternatief is. Een alternatief dat voor de kliniek voldoende zekerheid geeft als de enkelband is nog niet gevonden. De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen onder dezelfde voorwaarden als voor proefverlof gelden.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Gebleken is dat betrokkene onveranderbaar is. Er is geen sprake geweest van recidive. De kliniek is om die reden van mening dat het goed gaat met betrokkene door de enkelband. Indien betrokkene niet langer een enkelband zou dragen, valt een deel van het extern risicomanagement weg. De kliniek is van mening dat er op dit moment nog altijd geen goede alternatieven zijn voor de enkelband, zodat de enkelband nog noodzakelijk is.

4.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Hieruit blijkt het volgende.
Betrokkene houdt zich aan de afspraken en er zijn geen (grote) ongeregeldheden waargenomen sinds betrokkene is geplaatst bij [naam instelling] . De reclassering onderschrijft het in de basis hoge risicoprofiel van betrokkene welke onder andere samenhangt met het herhaaldelijk recidiveren in ‘hands on’ zedendelicten, zelfs nadat betrokkene de zestig al was gepasseerd. Het ouder worden kan in algemene zin risico verminderend zijn, maar dit is dus niet aan de orde gebleken bij betrokkene. Anderzijds is er inmiddels al jarenlang sprake van stabiel functioneren en wordt (direct) risico verhogend gedrag niet waargenomen. De reclassering is van mening dat dit voor een groot deel te danken is aan het stringente risicomanagement wat vanuit de kliniek, de reclassering en de woonvoorziening wordt gevoerd. Tevens is er een aantal in enige mate beschermende factoren aanwezig zoals een gezonde financiële situatie, zelfredzaamheid in praktische zin, tevredenheid met de huidige woonplek en een zinvolle dag invulling. Betrokkene houdt zich doorgaans goed aan de gemaakte afspraken. De reclassering acht blijvende externe sturing en controle van groot belang, maar is, net als beide Pro Justitia rapporteurs, van mening dat het risicomanagement vrijwel ongewijzigd kan worden voortgezet binnen een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Hierbij dient nauwe afstemming te blijven tussen de betrokken partijen.
Naar mening van de reclassering heeft de enkelband hierbij geen expliciete meerwaarde meer. Betrokkene zit inmiddels ruim acht jaren aan de enkelband en de reclassering heeft begrepen dat er geen ongeregeldheden of bijzonderheden zijn geweest. In de optiek van de reclassering is de huidige begeleide woonsetting met de aangeboden begeleiding, monitoring en controle, het tbs-kader en het toezicht en begeleiding vanuit de reclassering leidend en essentieel in het huidige risicomanagement. Tevens is er op verzoek van de reclassering de afgelopen maanden geoefend met alternatieve wijzen van controle, zoals beeldbellen en locatiedelen via WhatsApp. Ook kan een fysieke controle tijdens een verlof vanuit de woonbegeleiding af en toe tot de mogelijkheden behoren.
De reclassering denkt dat de huidige begeleidingsinzet voldoende is. De kliniek is het afgelopen jaar enkel op de achtergrond aanwezig en dit is voldoende gebleken tot op heden. De reclassering adviseert om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen met de onderstaande voorwaarden:
• Geen strafbaar feit plegen
• Meewerken aan reclasseringstoezicht
• Meewerken aan time-out
• Niet naar het buitenland
• Meldplicht bij reclassering
• Ambulante behandeling
• Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
• Vermijden contact met minderjarigen
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
De reclassering is van mening dat gelet op het feit dat er de afgelopen jaren geen ongeregeldheden hebben plaatsgevonden, gekeken moet worden naar andere opties dan de enkelband om betrokkene te volgen. De reclassering stelt zich op het standpunt dat de risico’s al langere tijd te managen zijn zonder enkelband. Om die reden is het dragen van een enkelband niet in de voorwaarden opgenomen.
Betrokkene maakt een plan voor wat betreft zijn verloven en houdt zich daaraan. Hij is altijd eerder terug dan het afgesproken tijdstip.

5.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

De psychiater en de psycholoog concluderen dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Zij achten het recidiverisico op hernieuwd seksueel gedrag bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling nog aanwezig en schatten het hoog in.
De psychiater ziet graag een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De psychiater verwacht dat betrokkene langdurig aangewezen zal zijn op het huidige effectieve risicomanagement en dat uitbreiding van verloven zeer geleidelijk zal moeten plaatsvinden. Betrokkene is echter de overstap naar voorwaardelijke beëindiging van de maatregel dicht genaderd. Het risicomanagement is effectief, zal niet wezenlijk veranderen en betrokkene is tevreden met zijn huidige verblijf dat met voorwaardelijke beëindiging verenigbaar is. De psychiater adviseert tot verlenging van de maatregel met een termijn van een jaar.
De psycholoog beschrijft in zijn rapportage dat gelet op de nog aanwezige problematiek, de risicoprognose en de fase in de behandeling wordt geadviseerd de tbs-maatregel te verlengen voor de duur van twee jaar. Hierbij wordt tevens geadviseerd het bevel tot verpleging voorwaardelijk te beëindigen. Ingeschat wordt dat de voorwaarden als thans geformuleerd bij proefverlof, eveneens voldoende veiligheidsborging bieden bij voorwaardelijke beëindiging het bevel tot verpleging. Alternatieve controlemiddelen voor de elektronische enkelband zoals locatiedelen via WhatsApp en beeldbellen lijken zinvolle en haalbare alternatieven om betrokkenes locatie te kunnen bepalen naast periodieke fysieke controles hierop.

6.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar. Daartoe is aangevoerd dat voldaan is aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel. Voorts heeft de officier van justitie verzocht de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, onder de voorwaarden zoals genoemd in de reclasseringsrapportage. De officier van justitie is van mening dat het niet langer noodzakelijk is dat betrokkene een enkelband draagt. Zoals de reclassering heeft betoogd kan in het kader van controle gebruik worden gemaakt van locatiedelen en videobellen.

7.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft gepleit voor een verlenging van de maatregel voor de duur van een jaar en een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, onder de voorwaarden zoals genoemd in de reclasseringsrapportage. De raadsvrouw heeft verzocht om onder de voorwaarde met betrekking tot ambulante zorg het gedeelte dat ziet op de inname van medicatie weg te laten. De raadsvrouw stelt dat hier geen goede onderbouwing voor is gegeven en dit tevens niet voorzienbaar is. De raadsvrouw heeft verder bepleit dat het niet langer noodzakelijk is dat betrokkene een enkelband draagt. Het is een te zwaar middel geworden na een periode van acht jaar waarin geen incidenten hebben plaatsgevonden.

8.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij arrest van 16 juni 2008 veroordeeld voor het meermalen plegen van ontuchtige handelingen buiten echt met iemand beneden de zestien jaren.
De rechtbank Midden-Nederland heeft bij beslissing van 27 juni 2016 overwogen dat de
opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportages blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type (gericht op jongens) en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis (met vermijdende en narcistische trekken).
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportages van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de kliniek, de reclassering, de psycholoog en de psychiater en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportages komt naar voren dat betrokkene een blijvend sterke seksuele preferentie heeft voor jongenspedofilie, waarbij zijn interne controle en gewetensfunctie tekortschieten en hij zonder controle tot delictgedrag komt. De lichamelijke aandoeningen waarmee betrokkene bekend is en de medicatie die hij gebruikt sluiten recidive niet uit. Betrokkene is inmiddels hoogbejaard en lijdt aan een chronische aandoening. Zijn seksuele aandrift is voor zover in kan worden ingeschat verflauwd maar zijn seksuele gerichtheid is ongewijzigd. Het risico op pedofiele gedragingen is daarmee nog altijd hoog. Gelet op het voorgaande is sprake van duurzame problematiek, waarbij externe forensische kaders en adequaat toezicht noodzakelijk zijn en blijven om recidive te voorkomen. In de huidige begeleide woonsetting bij ’ [naam instelling] krijgt betrokkene begeleiding, wordt hij gemonitord en gecontroleerd en vindt tevens toezicht en begeleiding plaats vanuit de reclassering. Er is sprake van adequaat risicomanagement.
Stapsgewijs kan in de toekomst worden onderzocht waar eventueel enige (verlof) uitbreiding mogelijk kan zijn. Hierbij is de reclassering van mening dat er niet gedacht moet worden aan grote uitbreidingen en er altijd sprake dient te zijn van extern risicomanagement, gelet op het in de basis hoge risicoprofiel van betrokkene.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar. De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de door de deskundigen ter zitting gegeven toelichting en de rapportages vast dat het niet reëel is om te verwachten dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling zouden kunnen rechtvaardigen. De rechtbank ziet in dit geval echter aanleiding om van het uitgangspunt af te wijken gelet op de hoge leeftijd van betrokkene en de adviezen van zowel de kliniek, de reclassering als de psychiater.
De rechtbank zal daarom de maatregel met een jaar verlengen.
Voorwaardelijke beëindiging
De rechtbank is, gelet op de hiervoor aangehaalde rapportages, daarnaast van oordeel dat de veiligheid van personen door het stellen van na te melden voorwaarden aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, voldoende kan worden gewaarborgd. Het risicomanagement kan vrijwel ongewijzigd worden voortgezet binnen een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De rechtbank stelt vast dat betrokkene zich bereid heeft verklaard alle hem op te leggen voorwaarden in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege na te leven.
De rechtbank stelt verder vast dat betrokkene al gedurende meerdere jaren een enkelband draagt en dat op die manier wordt gemonitord of hij zich aan de afspraken houdt. Dit zal ongetwijfeld een behoorlijke impact hebben gehad op betrokkene.
De rechtbank stelt daarbij vast dat betrokkene zich de afgelopen jaren aan de afspraken heeft gehouden en dat zich geen ongeregeldheden hebben voorgedaan.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het voorgaande elektronisch monitoring, in de zin van een enkelband, niet langer noodzakelijk en proportioneel is. Betrokkene kan worden gevolgd door middel van communicatiemiddelen zoals videobellen en het delen van de locatie. Ook een fysieke controle tijdens het verlof behoort tot de mogelijkheden.
De rechtbank is verder van oordeel dat gelet op het belang dat gediend is met het kunnen volgen van betrokkene, zowel bij de begeleide woonvorm als tijdens verloven, deze als een aparte voorwaarde dient te worden opgenomen.
Ten aanzien van de voorwaarde die ziet op de ambulante behandeling heeft de raadsvrouw gepleit voor het laten vervallen van optie tot het innemen van medicatie. De rechtbank is van oordeel dat de keuze voor wat betreft al dan niet overgaan tot inname van medicatie bij de zorgverlener ligt en zal de voorwaarde ongewijzigd laten.

9.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met een jaar.
De verpleging van overheidswege wordt met ingang van heden onder de volgende voorwaarden beëindigd:
Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
Betrokkene werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
• Betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
• Betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen.
• Betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
• Betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
• Betrokkene werkt mee aan huisbezoeken.
• Betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
• Betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
• Betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
3. Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per
jaar. De voorwaarde moet de flexibiliteit bieden waar ook betrokkene bij gebaat is. De voorwaarde heeft dus niet tot doel betrokkene tot medewerking te verplichten, maar om een grondslag te bieden voor forensische zorg. Er wordt alleen voorzien in financiering van de vrijwillige time-out als de time-out is opgenomen in de voorwaarden;
4. Betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
5. Betrokkene laat zich, indien door de reclassering geïndiceerd geacht, behandelen door een FACT-team of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt.
Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
6. Betrokkene verblijft bij [naam instelling] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering.
Het verblijf is reeds gestart. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem/haar heeft opgesteld;
7. Betrokkene werkt mee aan controles tijdens zijn verlof ten aanzien van zijn verblijfplaats. Controles kunnen onder andere bestaan uit videobellen of het delen van de locatie van betrokkene of een fysieke controle;
8. Betrokkene zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk.
Deze beslissing is genomen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. J.W.B. Snijders Blok en N. van Esch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.S. Salet als griffier en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2023.
Mrs. Snijders Blok en Van Esch en de griffier zijn buiten staat deze beslissing te ondertekenen.