8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf of maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal. Dat is niet de eerste keer. De afgelopen jaren heeft verdachte zich meerdere malen schuldig gemaakt hieraan. Diefstallen zijn ergerlijke feiten, waarvan winkeliers en de maatschappij schade en overlast ondervinden.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan wederspannigheid. Verdachte heeft door het plegen van verzet de opsporingsambtenaar gehinderd in de rechtmatige uitoefening van zijn taak en hem aangetast in zijn lichamelijke integriteit. Verdachte heeft door het plegen van dit feit blijk gegeven van gebrek aan respect voor het openbaar gezag.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft bij de beslissing rekening gehouden met het volgende:
- Een de verdachte betreffend
uittreksel justitiële documentatievan 26 april 2023, waaruit volgt dat verdachte de afgelopen jaren veelvuldig met politie en justitie in aanraking is geweest voor diefstallen, geweldpleging tegen beroepsbeoefenaars en vernielingen/beschadigingen.
- Een
NIFP consultvan 28 maart 2023, opgemaakt door L.W. Schallenberg , psychiater.
Verdachte betreft een 37-jarige man met een justitiële documentatie van 9 pagina’s, startend in 2020. Hij is onder behandeling van een FACT–team en volgens het
reclasseringsadvies bekend met een licht verstandelijke beperking, een autisme
spectrumstoornis en een stoornis in harddrugs-gebruik. Er lijkt sprake te zijn van
een toenemende mate van maatschappelijke teloorgang de afgelopen drie jaar
ondanks betrokkenheid van het Veiligheidshuis, een lopende zorgmachtiging en meerdere opgelegde proeftijden. Door zijn zorgmijdende en ontwrichtende gedrag is het vooralsnog niet mogelijk gebleken betrokkene in een passende woon/behandelingsetting te plaatsen en het tij te doen keren.
- Een
reclasseringsadviesvan Reclassering Nederland van 8 mei 2023, opgesteld door
A.J.C. van Ham, reclasseringswerker.
Op basis van de beperkte informatie van betrokkene uit het gesprek en zijn ontkennende proceshouding, kan de reclassering geen verbanden leggen tussen de leefgebieden en onderhavige tenlastelegging. Verdachte heeft geen ziekte- en zelfinzicht en een zorgmijdende houding, wat er tot op heden onder andere voor heeft gezorgd dat verdachte telkens opnieuw in de problemen komt en daarmee ook recidiveert in delictgedrag.
Het risico op recidive, letselschade en onttrekking is onverminderd hoog, gelet op zijn delictverleden, recente politiecontacten, de instabiliteit op vrijwel alle leefgebieden, de aanwezigheid van psychopathologie (met daaruit voortkomende onvermogens) en recidive tijdens lopende proeftijd. Interventies binnen een strafrechtelijk kader op ambulante wijze zijn niet toereikend om het hoge risico op recidive te verminderen. Een ISD-maatregel zal het meest passende zijn bij de problematiek van verdachte.
Verdachte heeft een zorgmachtiging voor dwangmedicatie tot augustus 2023, echter is de uitvoering hiervan lastig aangezien hij een indicatie heeft voor cliënten met een LVG-problematiek. Binnen de sector voor cliënten met een LVG-problematiek kan geen passende zorg geboden worden op dit moment. Het is niet geheel duidelijk wat de voorliggende problematiek is bij verdachte, zijn verstandelijke vermogens of psychiatrische vermogens. Het zou helpend zijn als dit onderzocht wordt middels diagnostiek tijdens een ISD-maatregel, zodat er uiteindelijk een passende verblijfsplek voor betrokkene gezocht kan worden. De psychiater laat weten dat het probleem is dat verdachte psychotisch wordt door overprikkeling en drugsgebruik, wat hij door zijn licht verstandelijke beperking zelf niet inziet. Zodoende is de zorgmachtiging niet toereikend voor de problemen die verdachte heeft. Middels een zorgmachtiging kan verdachte kortdurend opgenomen worden om rustiger te worden door middel van medicatie, echter heeft dit geen blijvend gewenst effect op langere termijn. Een opname zal geen verbetering brengen in zijn toestandsbeeld, omdat hij momenteel zo goed als mogelijk is ingesteld op medicatie, aldus de psychiater. Dit maakt dat er heden geen indicatie is voor opname in de acute psychiatrie.
- Een aanvullend
reclasseringsadviesvan Reclassering Nederland van 24 mei 2023, opgesteld door W. van Berkel, reclasseringswerker.
Uit het advies volgt dat er forse problemen zijn vastgesteld op nagenoeg alle leefgebieden, echter worden deze door betrokkene niet onderkend. Er is sprake van een hoog recidive risico. Er zijn geen beschermende factoren geconstateerd. Op basis van het uitgevoerde onderzoek, ondanks dat de reclassering geen referenten mochten spreken, is de reclassering van mening dat er op basis van het onderliggend dossier voldoende indicatie is voor het adviseren van ISD. Een klinische plaatsing op basis van bijzondere voorwaarden is niet mogelijk, aangezien betrokkene hiertoe niet gemotiveerd is. Gedurende het ISD-traject zou er in de intramurale fase aandacht besteed moeten worden aan het actualiseren van de diagnostiek, waarna er waarschijnlijk spoedig gestart kan worden met een plan van aanpak voor de extramurale fase. Betrokkene voldoet aan de voorwaarden die gekoppeld zijn aan het opleggen van de ISD-maatregel.
Zodra de maatregel onherroepelijk wordt, gaat de penitentiaire inrichting in multidisciplinair verband (in het zogenaamde Trajectbepalingsoverleg) spoedig aan de slag om een plan van aanpak samen te stellen wat niet alleen betrekking heeft op de intramurale fase, maar ook op een extramuraal traject. Een uitgebreid persoonlijkheidsonderzoek is richtinggevend voor dat plan van aanpak. Betrokkene zal in de verschillende fases voortdurend gemotiveerd worden om zich actief en coöperatief op te stellen. Gelet op dit in te zetten traject zal er in deze fase van het proces geen specifiek plan van aanpak worden geformuleerd door de reclassering.
De op te leggen maatregel
De verdachte voldoet aan de eisen die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht stelt om de ISD-maatregel op te leggen. De officier van justitie heeft oplegging van de ISD-maatregel gevorderd. De feiten waarvoor de verdachte wordt veroordeeld, zijn misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het strafblad van de verdachte van 26 april 2023 blijkt dat hij in de vijf jaren voordat hij deze feiten pleegde ten minste drie keer voor een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf. De feiten waarvoor de verdachte nu wordt veroordeeld, heeft hij gepleegd nadat deze straffen ten uitvoer zijn gelegd.
De verdachte voldoet naast deze wettelijke vereisten ook aan de definitie van stelselmatige dader uit de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers. Tegen de verdachte zijn in de afgelopen vijf jaren meer dan tien processen-verbaal voor misdrijven opgemaakt, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de datum van het laatst gepleegde feit. De rechtbank is van oordeel dat er gelet op het voorgaande ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal plegen. Gelet op de door de verdachte steeds weer veroorzaakte overlast en schade dient het belang van de samenleving thans voorop te staan en eist de veiligheid van goederen de oplegging van de ISD-maatregel.
De raadsvrouw heeft betoogd dat de oplegging van de ISD-maatregel een ultimum remedium is, terwijl de mogelijkheden in het kader van de zorgmachtiging onvoldoende zijn benut. De rechtbank overweegt dat in de zorgmachtiging weliswaar een aantal vormen van verplichte zorg zijn opgenomen, maar dat het hierbij gaat om een machtiging aan en daarmee dus geen verplichting voor de zorgverlener om verdachte gedurende langere tijd behandeling te laten ondergaan. De rechtbank sluit zich daarom aan bij de conclusie van de reclassering dat een onvoorwaardelijke ISD-maatregel passend en geboden is. Binnen dat kader kan diagnostiek plaatsvinden en kan een passend behandelplan worden opgesteld om een oplossing te vinden voor de problematiek van verdachte, het leven van verdachte te stabiliseren en om daarmee het plegen van strafbare feiten te beëindigen. De in de afgelopen jaren ingezette strafrechtelijke interventies zijn onvoldoende effectief gebleken om het delictpatroon te doorbreken. De verdachte heeft in het verleden laten zien dat hij onvoldoende gemotiveerd dan wel onvoldoende in staat is om zich te houden aan voorwaarden.
De rechtbank acht het van belang dat de problematiek van verdachte zo goed mogelijk in beeld wordt gebracht en hij de juiste behandeling kan ondergaan. Het is daarbij ook aan verdachte om mee te werken en zich in te zetten om zo het gewenste resultaat te boeken, te weten een leven zonder criminele activiteiten. Gelet op het voorgaande en ter bescherming van de maatschappij, dient er voldoende tijd te worden genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. De rechtbank zal gelet op het voorgaande de ISD-maatregel opleggen voor de maximale duur van twee jaren en zal de tijd die verdachte vóór tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft gezeten, niet aftrekken van de duur van die maatregel.