Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De overwegingen van de kantonrechter
498,00(vast tarief kanton kort geding verstek)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 januari 2023 een kort geding vonnis gewezen in een huurkwestie tussen de stichting Cazas Wonen en een gedaagde partij die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 13 januari 2023, waarbij de gemachtigde van Cazas en een vertegenwoordiger van de stichting aanwezig waren. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de gedaagde, omdat deze niet op de dagvaarding heeft gereageerd.
Cazas vorderde de ontruiming van een huurwoning, omdat de huurovereenkomst was beëindigd door de opzegging van de gedaagde, die de woning echter niet had opgeleverd. Cazas stelde dat de gedaagde inmiddels was vertrokken en zich op een ander adres had ingeschreven. Ondanks herhaalde verzoeken om de woning op te leveren, heeft de gedaagde hier niet op gereageerd. De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van Cazas toewijsbaar waren, gezien het feit dat de gedaagde geen verweer had gevoerd en de stellingen van Cazas aannemelijk waren.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis, alsook tot betaling van achterstallige huur en gebruiksvergoeding, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De proceskosten aan de zijde van Cazas zijn begroot op € 1.112,43. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.