ECLI:NL:RBMNE:2023:288

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 januari 2023
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
10178281 UE VERZ 22-328
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing gefixeerde schadevergoeding aan werkgever wegens onregelmatige opzegging door werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap (verzoekster) en een werknemer (verweerder) die zijn arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft opgezegd. De werknemer, geboren in 1979, was sinds 1 november 2020 in dienst als servicemonteur met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op 4 september 2022 heeft hij zijn arbeidsovereenkomst per direct opgezegd, omdat hij naar België ging verhuizen. In zijn opzegbrief heeft hij aangegeven dat hij de bedrijfsauto, sleutels en tankkaart bij zijn ex-vriendin heeft achtergelaten.

De verzoekster vorderde een gefixeerde schadevergoeding van € 8.011,90, vermeerderd met wettelijke rente, omdat de werknemer de opzegtermijn niet in acht had genomen. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer de arbeidsovereenkomst onregelmatig had opgezegd, aangezien de wettelijke opzegtermijn van één maand niet was gerespecteerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer de arbeidsovereenkomst had moeten opzeggen tegen 1 november 2022, maar dit niet heeft gedaan.

De kantonrechter heeft de vordering van de verzoekster toegewezen en de werknemer veroordeeld tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de beschikking. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de werknemer de schadevergoeding onmiddellijk moet betalen, tenzij hij binnen 14 dagen na aanschrijving volledig aan de beschikking voldoet.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10178281 UE VERZ 22-328 MvdH/40201
Beschikking van 27 januari 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [verzoekster] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. K.C. de Koning,
tegen:
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [verweerder] ,
verwerende partij,
procederend in persoon.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van [verzoekster] met 5 producties, ter griffie ingekomen op 3 november 2022;
  • de brief van [verzoekster] van 13 december 2022 met productie 6.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 december 2022. Namens [verzoekster] is toen de heer [A] verschenen. Hij is bijgestaan door de gemachtigde. [verweerder] is ook verschenen. De griffier heeft van de zitting aantekening gehouden.

2.Waar gaat het om?

2.1.
[verweerder] , geboren op [1979] , is op 1 november 2020 in dienst gekomen van [verzoekster] in de functie van Servicemonteur met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het laatstgenoten loon van [verweerder] bedraagt € 4.165.65 bruto exclusief vakantiegeld op basis van een werkweek van 38 uur.
2.2.
Op 4 september 2022 heeft [verweerder] zijn arbeidsovereenkomst met [verzoekster] per direct per aangetekende brief opgezegd omdat hij bij zijn vriend in België ging wonen. In zijn brief heeft [verweerder] [verzoekster] verder bericht dat hij de bedrijfsauto, sleutels en tankkaart bij zijn ex-vriendin heeft achtergelaten.
2.3.
In deze procedure vordert [verzoekster] de gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van € 8.011,90 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de beschikking. [verzoekster] verzoekt verder om [verweerder] te veroordelen in de proceskosten. Volgens [verzoekster] heeft [verweerder] de arbeidsovereenkomst onregelmatig opgezegd zonder de opzegtermijn in acht te nemen en is hij daarom jegens [verzoekster] schadeplichtig op grond van artikel 7:672 lid 11 BW. De hoogte van de gefixeerde schadevergoeding is volgens [verzoekster] gelijk aan het brutoloon (inclusief vakantiebijslag) over de periode 4 september tot en met 31 oktober 2022. Dat komt neer op een bedrag van € 8.588,81 bruto (€ 4.089,91 bruto over september + € 4.498,90 bruto over oktober). Een deel van dit bedrag heeft [verzoekster] bij de eindafrekening verrekend waardoor een bedrag resteert van € 8.011,90.
2.4.
De kantonrechter zal de door [verzoekster] verzochte gefixeerde schadevergoeding toewijzen. [verweerder] heeft de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] op 4 september 2022 met onmiddellijke ingang opgezegd. Bij de opzegging heeft [verweerder] niet de wettelijke opzegtermijn in acht genomen zodat sprake is van een onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst. De opzegtermijn bedraagt ingevolge artikel 7:672 lid 4 BW één maand. Te rekenen vanaf de datum van de opzegging, 4 september 2022, kon [verweerder] de arbeidsovereenkomst in beginsel niet eerder opzeggen dan tegen 4 oktober 2012. Omdat de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:672 lid 1 BW moet worden opgezegd tegen het einde van de maand, had [verweerder] de arbeidsovereenkomst moeten opzeggen tegen 1 november 2022.
2.5.
Omdat sprake is van een onregelmatige opzegging is [verweerder] op grond van artikel 7:672 lid 11 BW aan [verzoekster] een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, dus tot 1 november 2022. [verzoekster] heeft de verschuldigde vergoeding conform de wettelijke regeling vastgesteld en daarop het reeds verrekende bedrag in mindering gebracht. [verweerder] heeft geen verweer gevoerd tegen deze vordering en eerder aan [verzoekster] laten weten dat hij bereid is om een betalingsregeling te treffen. Matiging van de gefixeerde schadevergoeding door de kantonrechter is alleen mogelijk als de vergoeding hoger is dan 3 maandsalarissen en dat is hier niet aan de orde. De kantonrechter wijst de vordering dan ook toe. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag wordt toegewezen zoals verzocht door [verzoekster]
2.6.
De proceskosten worden gecompenseerd gelet op de omstandigheden van het geval. De nakosten worden op na te melden wijze toegewezen

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [verweerder] tot betaling aan [verzoekster] van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 8.011,90 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, berekend vanaf 27 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
3.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
3.3.
veroordeelt [verweerder] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [verzoekster] volledig aan deze beschikking voldoet, in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
3.4.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven door mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2023.