Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2 mei 2023 met 17 producties.
2.De vordering
3.De beoordeling
529,00(tarief kanton kort geding verstek)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juni 2023 een kort geding vonnis gewezen in een loonvordering tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser], vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E.F.J. van West, vorderde betaling van achterstallig loon, toekomstig loon, wettelijke verhogingen, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij, [gedaagde], is niet verschenen op de zitting die op 5 juni 2023 heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste manier aan [gedaagde] is betekend en heeft verstek verleend.
De vordering van [eiser] is gebaseerd op het feit dat hij sinds 1 september 2020 in dienst is bij [gedaagde] als parketteur en dat hij zich op 18 juli 2022 ziek heeft gemeld. Volgens de toepasselijke cao heeft [eiser] recht op doorbetaling van 90% van zijn brutoloon vanaf 18 januari 2023. [Eiser] heeft echter geen loon ontvangen over de maanden maart, april en mei 2023, ondanks een eerdere veroordeling van [gedaagde] tot betaling van loon over januari en februari 2023. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een spoedeisend belang is bij de vordering van [eiser] en dat de kans van slagen in een bodemprocedure aannemelijk is.
De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] toegewezen, inclusief de wettelijke verhogingen en rente, en heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en [gedaagde] is gewaarschuwd dat hij in de na dit vonnis ontstane kosten kan worden veroordeeld indien hij niet binnen 14 dagen aan het vonnis voldoet.