Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 juni 2022 met 18 producties
- de conclusie van antwoord van 21 september 2022 met 11 producties
- de akte wijziging van eis van [eiseres] van 13 april 2023.
2.De kern van de zaak en beslissing
3.De feiten
- de overeenkomst van 15 december 2015 tussen [eiseres] en [gedaagde sub 1] waarin het verkoopproces tussen partijen is vastgelegd (hierna: de Overeenkomst);
- de overeenkomst van 15 december 2015 tot koop, verkoop en levering van activa tussen [bedrijf] B.V. en [gedaagde sub 1] (hierna: de Activaovereenkomst). [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] zijn de vennoten van [gedaagde sub 1] ;
- de overeenkomst van bruikleen waarmee [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] van [eiseres] het vastgoed van de Zorgboerderij voor maximaal zes maanden mochten gebruiken om in die periode de financiering van dat vastgoed rond te krijgen; en
- de overeenkomst van 16 februari 2016 tussen [eiseres] als verkoper en als koper [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] , of een hen nader te noemen meester, voor de onroerende zaken van de Zorgboerderij voor een bedrag van € 2.421.000 (hierna: de Koopovereenkomst).
5.De beoordeling
“Tijdens de bijeenkomst op 3 juli 2015 in Bilthoven is door u het reddingsplan nader toegelicht. Na de bijeenkomst heb ik u persoonlijk aangesproken over de verkoop van boerderij [naam zorgboerderij] . Tijdens dat gesprek heb ik u direct aangegeven dat ik interesse heb om boerderij [naam zorgboerderij] over te nemen en tevens met de exploitatie door wil gaan zodat er geen vee en roerende goederen aan derden verkocht worden per de door u genoemde datum van 1 oktober 2015.”Volgens [gedaagden c.s.] . komt haar bedoeling om het melkveebedrijf van de boerderij over te nemen ook tot uiting in de overwegingen van de Overeenkomst, waarin staat dat partijen hebben gesproken over de mogelijkheden van [gedaagde sub 3] om de boerderij over te nemen en dat [bedrijf] B.V. haar activiteiten per 1 december 2015 zou gaan staken en zou worden geliquideerd. Die bedoeling blijkt ook uit het feit dat zij al het onroerend goed en de tot het melkveebedrijf van de Boerderij behorende activa (waaronder al het rundvee) heeft overgenomen. [gedaagden c.s.] . ziet haar uitleg verder gesteund door artikel 2.5 van de Activaovereenkomst (waarin staat dat de opbrengsten en lasten van de exploitatie vanaf de overdrachtsdatum voor rekening komen [gedaagde sub 1] ) en uit artikel I lid 5 van de Algemene Bepalingen van de Koopovereenkomst (waarin staat dat het verkochte zal worden overgedragen met alle daaraan verbonden rechten en bevoegdheden).
“ [gedaagde sub 3] zal geen cliënten van [eiseres] rechtstreeks benaderen teneinde hen te bewegen over te gaan van [eiseres] naar de vervangende zorgaanbieder (van welke aard dan ook) die na vertrek van [eiseres] op [naam zorgboerderij] actief zal zijn. [gedaagde sub 3] onderkent in dit verband dat niet de onderneming van [eiseres] wordt overgenomen, maar (in eerste instantie\) slechts roerende zaken en later eventueel onroerend goed. [eiseres] onderkent en respecteert dat haar cliënten keuzevrijheid hebben en uit eigen beweging kunnen kiezen voor de voornoemde vervangende zorgaanbieder.”De rechtbank is het echter met [gedaagden c.s.] . eens dat zij uit deze bepaling, gelet op de context, niet meer hoefde af te leiden dan dat [eiseres] haar zorgactiviteiten niet aan [gedaagden c.s.] . wilde overdragen omdat zij die activiteiten op andere locaties wilde voortzetten.
6.826,00(2,0 punten × tarief € 3.413,00)