Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar de zaak over gaat
3.De beoordeling
Zijn partijen overeengekomen dat [eiser] recht heeft op een onvoorwaardelijke 13e maand? Dat is niet aannemelijk geworden.
“* Bonusregeling 13e maand op basis van behaalde doelstellingen recruitment.”Ook uit de schriftelijk vastgelegde afspraken (de arbeidsovereenkomst) blijkt dat het ging om een voorwaardelijke bonusregeling die bovendien eenzijdig gewijzigd kon worden door [gedaagde] . In artikel 7 lid 4 (onder het kopje “salaris en vakantietoeslag”) staat namelijk:
“Werknemer kan, na beoordeling en vaststelling daarvan door de werkgever, aanspraak maken op een bonus. De voorwaarden om voor een bonus in aanmerking te komen en de hoogte daarvan zijn in een aparte bonusregeling vastgelegd. De werkgever behoudt zich het recht voor deze bonusregeling eenzijdig te wijzigen. Eventueel uitgekeerde bonussen zijn niet van invloed op pensioenrechten, vakantietoeslag, een eventuele ontslagvergoeding of andere arbeidsvoorwaarden.”De arbeidsovereenkomst is getekend op respectievelijk 25 (door [bestuurder 1] ) en 26 (door [eiser] ) oktober 2021, dus na de bevestigingsbrief en de e-mail van de heer [bestuurder 1] aan [eiser] van 22 oktober 2021 waarin staat:
“Beste [eiser] , Hierbij het arbeidscontract in de bijlage. Graag hoor ik over nog aanvulling nodig is. De bonusregeling en pensioen dienen wij even apart samen te regelen. Hoogte van de bonus is wel bekend en is een 13e maand”. Uit die laatste e-mail leidt [eiser] zijn recht op een vaste looncomponent af, maar die e-mail moet worden bezien in het licht van wat partijen daarvoor hadden besproken, de e-mail van 21 oktober en de tekst van de uiteindelijk getekende arbeidsovereenkomst. Uit dat alles leidt de kantonrechter af dat [gedaagde] met de zin “
Hoogte van de bonus is wel bekend en is een 13e maand” in de mail van 22 oktober 2021 heeft bedoeld duidelijkheid te scheppen over de maximale hoogte van de bonus en dat [eiser] dat zo moet hebben begrepen.