ECLI:NL:RBMNE:2023:2824

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
UTR 22/5736
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 15 juni 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeente] behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 7 december 2022, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser meerdere keren in de gelegenheid is gesteld om het griffierecht te voldoen, maar dat hij hieraan geen gehoor heeft gegeven. Eiser had op 14 december 2022 verzocht om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek werd afgewezen omdat hij niet voldeed aan de criteria voor betalingsonmacht. De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, en dat er geen goede redenen zijn aangevoerd voor het verzuim. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5736

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juni 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeente] .

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 7 december 2022.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een ‘goede’ reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiser het griffierecht tijdig betaald?
4. Eiser heeft bij brief van 14 december 2022 verzocht om vrijstelling van het griffierecht. Bij brief van 23 december 2022 heeft hij dit op verzoek van de rechtbank onderbouwd met zijn meest recente inkomensgegevens. Bij brief van 19 januari 2022 heeft de rechtbank het verzoek om vrijstelling van het griffierecht afgewezen. Abusievelijk stond in de brief vermeld dat eiser zijn verzoek om vrijstelling niet had onderbouwd. Na hier door eiser op te zijn gewezen, heeft de rechtbank op 24 januari 2023 een nieuwe brief gestuurd, waarin staat dat het verzoek is afgewezen omdat eiser niet aan de criteria voor betalingsonmacht voldoet. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 20 januari 2023 eiser in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Omdat eiser binnen die termijn niet had betaald, is hem op 18 februari 2023 aangetekend een herinnering verstuurd. Eiser heeft het griffierecht toen weer niet betaald. Er is geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken. De rechtbank ziet in de klacht die eiser heeft ingediend geen reden om eiser nogmaals in de gelegenheid te stellen het griffierecht te betalen. Eiser heeft tweemaal bericht ontvangen dat hij het griffierecht moet betalen. Hier heeft hij na het afhandelen van de klacht voldoende de tijd voor gehad. Er is ook geen andere reden voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 juni 2023.
De rechter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.