Op 15 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een mondelinge uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen een verzoeker en ASR Schadeverzekering N.V. Het geschil betreft de aansprakelijkheid en schadevergoeding na een verkeersongeval op 11 januari 2017, waarbij de verzoeker als inzittende van een auto betrokken was. ASR heeft de aansprakelijkheid erkend, maar er is onduidelijkheid over de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst tussen partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanbod en aanvaarding is geweest met betrekking tot de door ASR betaalde schadevergoeding van € 25.000 en de buitengerechtelijke kosten van € 7.500. De rechtbank oordeelt dat ASR alle schade als gevolg van het ongeval moet vergoeden, maar dat de verzoeker het bedrag van € 25.000 moet terugbetalen aan ASR, omdat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. De kosten van de deelgeschilprocedure zijn begroot op € 3.180, exclusief btw, en ASR is veroordeeld tot betaling van deze kosten aan de verzoeker. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen, waaronder de gevorderde uitvoerbaar bij voorraad verklaring.