Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
eiseres,
1.De procedure
2.Waar het in deze zaak over gaat
De kern van het geschil en het oordeel van de rechtbank
Beste [A] , Zoals gisteren telefonisch besproken is het advies: (…) Let op bij het schroeven, indringing van de koppen mag niet, de kop moet gelijk liggen met het oppervlak. (…) De gevelbekleding zou alleen een esthetische functie moeten verkrijgen volgens oorspronkelijke toepassing van aanvraag, en heeft geen constructieve of beschermende functie (…).”
Beste [A] en [B] , Ik ben vanmiddag uit belangstelling even gestopt bij het project van [eiseres] in [woonplaats] . (…) Wat het meeste opvalt is dat alle gevelbekleding verkeerd om en dus niet juist gemonteerd is, de fijnbezaagde zichtzijde is in de ‘spouw’ verdwenen en de achterzijde is nu naar buiten gericht. Wij hebben juist met zorg alle zichtzijden fijnbezaagd, naast de esthetische waarde/wens is dit ook erg belangrijk in de toepassing van deze houtsoort met betrekking tot o.a. raising grain. Daarnaast valt op dat er weinig is gekeken naar een vaste verdeling in afstand onderling, en zijn de schroeven over het algemeen met veel te veel indringing in het houtoppervlak aangebracht (…).”
(…) Op enig moment is er, vlak voor de start van het monteren van de houten gevelbekleding, door de timmerman van [gedaagde] gevraagd welke zijde mevr. [eiseres] aan de buitenzijde zou willen hebben. De timmerman geeft hierbij aan dat mevr. [eiseres] hierbij de gladde zijde heeft aangewezen. Mevrouw [eiseres] geeft aan dat zij in dit gesprek heeft aangegeven dat zij de mooie zijde aan de buitenkant wil.(…) Onderstaande onderzoeksvragen zijn gesteld ter beantwoording na uitvoering van de expertise: (…) 2. Zo ja, welke gebreken zijn dit? De uitvoering en bevestiging van de houten dak- en gevelbekleding. Met de geconstateerde afwijkingen is de conclusie dat de houten gevelbekleding niet conform de BRL, montagevoorschriften leverancier en goed en deugdelijk werk is verwerkt en aangebracht. De geconstateerde gebreken zijn dusdanig dat de uitvoering van het gehele houten dak- en gevelbekleding een bouwgebrek betreft. De lekkage in de serre welke optreed bij een stevige noordoosten wind. De lekkage bij de Velux-dakramen. Constructief afwijkend bouwen van het casco.(…)”
(…) Voor zover ondergetekende heeft begrepen heeft de wens van mevrouw [eiseres] er uit bestaan dat de gladde zijde van de planken waarmee de gevel is bekleed, naar de buitenzijde te plaatsen. Volgens de leverancier van het hout had dit niet gemogen waardoor het feit dat de planken met de gladde zijde naar buiten zijn geplaatst nu als gebrek wordt aangeduid door de heer [adviesbureau 1] . (…) Het is voor ondergetekende compleet onduidelijk waarom dit als gebrek wordt aangeduid. Het hout is op een dusdanige wijze gezaagd en geplaatst qua verloop van de jaarringen van het hout, dat het echt niet uit maakt op welke wijze het hout is geplaatst.(…) het kan zeker niet van [gedaagde] worden verlangt om alle gevelbekleding te verwijderen en geheel te vervangen. Dat is namelijk ook helemaal nergens voor nodig. (…) Het enige wat kan worden verlangt is dat de latten op de kopgevel ventilerend worden aangebracht ter plaatse van de aansluiting aan de bovenzijde op de deklat en dat de schroeven waarmee de delen zijn vastgezet worden nagelopen. (…)”.
3.De beoordeling
[eiseres] is bevoegd om een vordering namens [bedrijf] in te stellen
(…) [eiseres] heeft [gedaagde] B.V. (hierna “de Aannemer”) gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] aan de [adres 2] opdracht gegeven tot realisatie voor haar rekening van een woning aan het adres [adres 1] te [woonplaats] . Beheer heeft de Aannemer opdracht gegeven om voor haar rekening op hetzelfde adres een bijgebouw te realiseren. (…) in deze akte geeft Beheer aan [eiseres] de last om in eigen naam de vordering van Beheer te innen van de Aannemer, een en ander ten behoeve van Beheer.”
- ten aanzien van de aansluitingen is er geen expansieruimte gelaten voor de negge's, tussen de onderlinge geveldelen en tussen de geveldelen en de kopgevels;
- de koppen van de schroeven zijn te strak in het houtoppervlak gedraaid, en;
- de fijn bezaagde zijde van het hout is naar de spouw gemonteerd (dit had als zichtzijde geplaatst moeten worden).
raising grainen delaminatie, aldus [eiseres] . Bovendien had [gedaagde] voor deze risico’s bij een afwijkende montage moeten waarschuwen. [eiseres] stelt verder dat dit gebrek enkel hersteld kan worden door de houten gevelbekleding geheel te verwijderen en nieuw geschaafd hout van hetzelfde type alsnog op de juiste wijze tegen de gevel aan te brengen, een en ander op kosten van [gedaagde] . [gedaagde] betwist dat de houten gevelbekleding verkeerd om is aangebracht, omdat [eiseres] bewust zelf voor deze montage heeft gekozen. [gedaagde] voert aan dat [eiseres] dit vanuit een esthetisch oogpunt mooier vond en dat zij [eiseres] niet over de gevolgen daarvan hoefde te waarschuwen. Daarnaast zal het hout geen minder lange levensduur hebben door de wijze waarop het hout is aangebracht, aldus [gedaagde] .
raising grainen delaminatie. [eiseres] erkent dit gesprek te hebben gevoerd, maar zegt dat zij niet wist hoe die bezaagde zijde dan eruit zou komen te zien. Nadat zowel [gedaagde] als [eiseres] de montagevoorschriften van [leverancier] per e-mail hadden ontvangen, heeft [gedaagde] aan [eiseres] gevraagd welke zijde van het hout tegen de woning en het bijgebouw aan moest komen en welke zijde zichtbaar moest zijn. [eiseres] heeft toen gekozen om de gladde zijde zichtbaar te laten zijn, omdat zij dit esthetisch mooier vond.
zichtzijde fijnbezaagd (scherpkantig)’ zonder dat daarbij een verdere uitleg wordt gegeven, maakt dit voor de rechtbank niet anders. Pas in de e-mail van 10 december 2020, nadat de houten gevelbekleding al door [gedaagde] was aangebracht, heeft [leverancier] voor het eerst aan [gedaagde] kenbaar gemaakt dat de bezaagde kant zichtbaar moest zijn en wat de eventuele gevolgen zouden kunnen zijn wanneer het hout andersom wordt aangebracht.
raising grainen delaminatie bij een onjuiste montage. Bovendien is het de opdrachtgever die in dit kader ook een afweging kan maken tussen enerzijds de esthetische waarde van de wijze waarop het hout wordt gemonteerd en anderzijds de levensduur die deze keuze met zich meebrengt.