In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 14 juni 2023, is de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit van seksuele handelingen met een minderjarig meisje. De zaak betreft een incident dat plaatsvond in de nacht van 9 op 10 februari 2018 te Lelystad, waarbij de verdachte samen met anderen handelingen heeft gepleegd met de aangeefster, die onder invloed van alcohol en drugs verkeerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeefster wisselende verklaringen heeft afgelegd, wat de geloofwaardigheid van haar getuigenis ondermijnt. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de aangeefster niet in staat was haar seksuele integriteit te beschermen en dat de verdachte dit wist of had moeten weten. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, afgewezen omdat de verdachte is vrijgesproken. De rechtbank heeft de belangen van zowel de verdachte als het slachtoffer gewogen, maar concludeert dat de bewijsvoering niet voldoet aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid. De uitspraak benadrukt het belang van consistente en ondersteunende verklaringen in zedenzaken, waar vaak sprake is van tegenstrijdige getuigenissen.