ECLI:NL:RBMNE:2023:2701

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
23/1637
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de voorzieningenrechter in bestuursrechtelijke zaken met betrekking tot Reclassering Inforsa

Op 12 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker tegen Reclassering Inforsa. De verzoeker had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, dat samenhangt met een eerdere beroepszaak (UTR 22/4182). De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat hij onbevoegd is om van het verzoek kennis te nemen, omdat Reclassering Inforsa geen bestuursorgaan is. Dit betekent dat verzoeker zich niet kan wenden tot de bestuursrechter, maar naar de burgerlijke rechter moet gaan voor zijn geschil.

De voorzieningenrechter baseert zijn beslissing op artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat hem toestaat om zonder zitting uitspraak te doen als hij kennelijk onbevoegd is. In een eerdere uitspraak van 3 mei 2023 had de rechtbank zich al onbevoegd verklaard in de bodemprocedure. De verzoeker had ook een verzoek om inzage in persoonsgegevens ingediend bij Reclassering Inforsa, maar omdat deze organisatie geen bestuursorgaan is, kan de voorzieningenrechter hier ook niet op ingaan.

De voorzieningenrechter heeft verder vastgesteld dat de verzoeker nog geen griffierecht heeft betaald, maar dat dit ook niet nodig is, aangezien het verzoek om een voorlopige voorziening niet verder behandeld zal worden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1637

uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 juni 2023 in de zaak van

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker

en

Reclassering Inforsa, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Hij heeft verwezen naar de beroepszaak UTR 22/4182. Dat is de bodemprocedure waarmee het verzoek samenhangt.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder dat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
2. Bij uitspraak van 3 mei 2023 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van het hiervoor genoemde beroep met nummer UTR 22/4182 kennis te nemen. De reden daarvoor is dat Reclassering Inforsa geen bestuursorgaan is. Verzoeker kan dan ook met zijn beroep niet terecht bij de bestuursrechter, maar zal zich moeten wenden tot de burgerlijke rechter.
3. Dat geldt ook voor het verzoek om een voorlopige voorziening dat met deze procedure samenhangt. Dat verzoek is erop gericht om een reactie van Reclassering Inforsa op zijn verzoek om inzage in persoonsgegevens te krijgen. Omdat Reclassering Inforsa geen bestuursorgaan is, is de voorzieningenrechter niet bevoegd om van het geding kennis te nemen. Verzoeker kan zich nodig wenden tot de burgerlijke rechter.
4. Verzoeker heeft nog geen griffierecht betaald en dat hoeft hij ook niet te doen. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt namelijk niet verder behandeld.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.E.C. Bakker, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2023.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.