ECLI:NL:RBMNE:2023:2697

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
16-197981-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in ramkraakzaak met onvoldoende bewijs voor betrokkenheid verdachte

Op 9 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van betrokkenheid bij een ramkraak op 5 juni 2021 in Vleuten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging, omdat de bewijsvoering onvoldoende was om buiten redelijke twijfel vast te stellen dat de verdachte direct betrokken was bij de ramkraak of een ondersteunende rol had gespeeld. Tijdens de zitting op 19 mei 2023 werd het onderzoek achter gesloten deuren gevoerd, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten.

De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met anderen een ramkraak had gepleegd bij een winkel en parfumflesjes had weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er weliswaar aanwijzingen waren dat de verdachte mogelijk betrokken was, maar deze waren niet voldoende om tot een veroordeling te komen. De rechtbank merkte op dat de zendmastgegevens van de telefoon van de verdachte niet duidelijk maakten welke masten kort voor en tijdens de overval werden aangestraald, wat de bewijsvoering verder ondermijnde.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat het onder primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig bewezen kon worden, en heeft zij de verdachte vrijgesproken. Tevens werd het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-197981-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 9 juni 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [2003] te [geboorteplaats]
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
wonende aan de [adres] te [woonplaats]
hierna te noemen: verdachte

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting achter gesloten deuren van 19 mei 2023. De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft op 19 mei 2023 plaatsgevonden. Het onderzoek in deze zaak is op 9 juni 2023 – met instemming van de officier van justitie en de raadsman – enkelvoudig gesloten, waarna direct uitspraak is gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.P. Altena en van de standpunten van verdachte en mr. S. Schilder, advocaat te Utrecht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 op 5 juni 2021 in Vleuten, samen met anderen, een ramkraak heeft gepleegd bij de [winkel] en daarbij een hoeveelheid parfumflesjes heeft weggenomen,
dan wel (subsidiair) anderen hierbij behulpzaam is geweest door een vluchtscooter ter beschikking te stellen, dan wel in de directe omgeving klaar te zetten, op de uitkijk te staan in de omgeving en telefonisch te onderhouden met één of meer van die dader(s).

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder primair en subsidiair ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder primair en subsidiair ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, met de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat het onder primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig bewezen kan worden en zal verdachte hiervan vrijspreken.
Uit het dossier volgt dat er een ernstige verdenking is dat verdachte mogelijk betrokken is bij de ramkraak op 5 juni 2021 om ongeveer 04.23 uur. De politie heeft vanaf de plaats van de ramkraak een spoor van door de daders verloren parfumflesjes gevolgd. Vlak na de ramkraak is op korte afstand van het einde van dit spoor de scooter van verdachte aangetroffen. Naast de scooter van verdachte stond de scooter van de medeverdachte [medeverdachte] , waarin later een aantal van de ramkraak afkomstige parfumflesjes zijn aangetroffen. De uitlaat van beide scooters was op dat moment nog warm.
Verdachte heeft op 5 juni 2021 aangifte gedaan van de diefstal van zijn scooter. De scooter zou tussen 4 juni 2021 te 22.00 uur en 5 juni 2021 te 02.00 uur zijn gestolen.
De telefoon van verdachte straalde ongeveer een half uur na de ramkraak, omstreeks 4:51 uur, een telefoonmast aan die op ongeveer 100 meter gelegen was van de plaats waar de scooter van verdachte werd aangetroffen.
Hoewel er aanwijzingen zijn dat verdachte betrokken zou kunnen zijn bij de ramkraak, zijn die naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om buiten redelijke twijfel vast te kunnen stellen dat verdachte direct (opzettelijk) betrokken was bij de ramkraak, dan wel dat hij een ondersteunde rol heeft gehad en anderen bij de ramkraak behulpzaam is geweest.
Daarbij merkt de rechtbank op dat uit de in het dossier opgenomen zendmastgegevens van de telefoon van verdachte, niet blijkt welke masten door de telefoon van verdachte kort voor en tijdens de overval (onder andere om 04.20.39, 04.21.49, 04.23.48, 04.26.02 uur) werden aangestraald, omdat bij de betreffende tijdstippen de zendmastlocatie ontbreekt.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter en tevens kinderrechter, mr. H.A. Gerritse, kinderrechter, en J.C. Hooker, rechter, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 juni 2023.
Mr. J.C. Hooker is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Vleuten, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid flesjes parfum (van verschillende merken waaronder; Dior en/of Chanel en/of Hermes en/of Yves Saint Laurent en/of Prada en/of Hugo Boss), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [A] en/of [B] en/of [winkel] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
één of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 5 juni 2021 te Vleuten, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, een hoeveelheid flesjes parfum (van verschillende merken waaronder; Dior en/of
Chanel en/of Hermes en/of Yves Saint Laurent en/of Prada en/of Hugo Boss), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [A] en/of [B] en/of [winkel] , in elk geval aan een ander dan aan die onbekend gebleven personen en/of verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die onbekend gebleven personen en/of zijn/hun mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 5 juni 2021 te Vleuten, gemeente Utrecht opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door een (vlucht)scooter ter beschikking te stellen
en/of in de omgeving van de [winkel] een (vlucht)scooter klaar te zetten en/of op de uitkijk te staan in de omgeving en/of telefonisch te onderhouden met één of meer van die onbekend gebleven personen/(mede)dader(s);
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )