ECLI:NL:RBMNE:2023:2696

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
16-203394-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ramkraak en bezit van verdovende middelen

Op 9 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2003, die beschuldigd werd van het plegen van een ramkraak op een parfumerie in Vleuten op 5 juni 2021, en van het bezit van cocaïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen een ramkraak had gepleegd, waarbij parfumflesjes werden gestolen. De verdachte werd herkend aan vingerafdrukken op de aangetroffen parfumflesjes in de buddyseat van een scooter die aan hem toebehoorde. Daarnaast werd zijn telefoon in de nacht van de ramkraak in de buurt van de locatie van het misdrijf gebruikt. De rechtbank hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en het tijdsverloop sinds het delict, maar ook met de ernst van de feiten en de proceshouding van de verdachte. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tevens werd hij veroordeeld voor het bezit van 4,81 gram cocaïne.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-203394-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 9 juni 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [2003] te [geboorteplaats]
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] te [woonplaats]
hierna te noemen: verdachte

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 mei 2023. Het onderzoek in deze zaak is op 9 juni 2023 – met instemming van de officier van justitie en de raadsman – enkelvoudig gesloten, waarna direct uitspraak is gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.P. Altena en van de standpunten van verdachte en mr. L.J.H. Kortz, advocaat te Utrecht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 op 5 juni 2021 in Vleuten, samen met anderen, een ramkraak heeft gepleegd bij de [winkel] en daarbij een hoeveelheid parfumflesjes heeft weggenomen,
dan wel (subsidiair) anderen hierbij behulpzaam is geweest door een vluchtscooter ter beschikking te stellen of in de directe omgeving klaar te zetten, op de uitkijk te staan in de omgeving en telefonisch te onderhouden met één of meer van die dader(s),
dan wel (meer subsidiair) samen met anderen (van) een hoeveelheid parfumflesjes:
* (sub a) de werkelijke aard/herkomst/vindplaats/vervreemding/vindplaats heeft verborgen/verhuld;
* (sub b) voorhanden heeft gehad ter wijl hij wist/kon vermoeden dat deze van diefstal afkomstig waren;.
feit 2 op 14 december 2021 in Utrecht 4,81 gram cocaïne voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat ook de onderlinge samenhang van verschillende omstandigheden, zoals de telecommunicatie voor, tijdens en na de ramkraak, de na de ramkraak aangetroffen scooter van verdachte en de later in de scooter van verdachte aangetroffen parfumflesjes, te weinig wettig en overtuigend bewijs opleveren om tot een bewezenverklaring te komen.
Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat verdachte bij de ramkraak aanwezig was, in de buurt van de ramkraak is geweest, dan wel dat hij daarbij enige rol heeft gespeeld. Niet vastgesteld kan worden dat verdachte in de periode rondom de ramkraak zelf zijn telefoon heeft gebruikt en wat de inhoud van de gesprekken was in die periode. De na de ramkraak aangetroffen scooter van verdachte was gestolen, verdachte heeft hiervan aangifte gedaan.
Verder heeft de raadsman gesteld dat de doorzoeking van de scooter van verdachte onrechtmatig was en dat het daaruit verkregen bewijs, de in de buddyseat aangetroffen parfumflesjes, dienen te worden uitgesloten van het bewijs.
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 [1]
Op 5 juni 2021 omstreeks 04:24 uur kregen wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , een melding van een ramkraak die gepleegd zou zijn op het [adres] te [vestigingsplaats] bij de [winkel] en dat er meerdere daders vervolgens met twee scooters wegreden.
Vervolgens hoorden wij collega [verbalisant 3] zeggen dat twee fietsers twee scooters hadden zien rijden richting de [straat] .
Wij zagen dat er voor de winkel een zwarte Renault Clio met de achterkant richting de voorgevel van de winkel gericht stond en dat er tussen de Clio en de voorgevel ongeveer drie meter afstand zat. Wij zagen dat de Clio was voorzien van het kenteken [kenteken] . Wij zagen dat de Clio forse schade bevatte. Wij zagen dat tussen de Clio en de voorgevel overal gebroken glas en delen metaal op de grond lagen. Wij zagen dat de voorgevel forse schade bevatte. [2] Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag op het filmpje dat getuige [getuige] mij stuurde het volgende:
- dat er vijf personen, vanaf de winkel, weg van de winkel renden richting twee scooters die daar klaar stonden;
- dat er door drie personen drie grote zwarte tassen werden getild;
- dat de vijf personen zich verdeelden over de twee scooters;
- dat de twee achterste personen op deze scooter twee tassen droegen;
- dat alle vijf de personen volledig in het zwart gekleed waren en capuchons, dan wel bivakmutsen droegen. [3]
Door verbalisant [verbalisant 4] werden de beelden van de ramkraak bij de [winkel] van 5 juni 2021 bekeken. Door verbalisant werd het volgende bevonden: [4]
- 04.23.09 uur CAM 1: een auto komt in beeld op straat voor de winkel; [5] - 04.23.15 uur CAM 1: een verdachte loopt met 2 donkere tassen langs het rolluik;
- 04.23.39 uur CAM 1: de auto rijdt voor de eerste keer achteruit tegen het rolluik aan. Het rolluik buigt om; [6] - 04.23.40 uur CAM 1: De auto rijdt vooruit de winkel uit. Enkele verdachten staan links van de auto buiten op straat;
- 04.23.44 uur CAM 1: De auto rijdt voor de tweede keer achteruit de winkel binnen; [7] - 04.23.53 uur CAM 1: Een verdachte (VE 1) komt, vanuit de winkel gezien, aan de rechterkant van het rolluik naar binnen. Deze VE, en alle andere, zijn volledig in het donker gekleed met (bivak) mutsen. VE 1 draagt een donkere tas bij zich;
- 04.23.56 uur CAM 1: De auto rijdt voor de derde keer de winkel binnen; [8] - 04.23.59 uur CAM 1: De auto rijdt terug de straat op. Een tweede verdachte (VE 2) komt de winkel binnen;
- 04.24.05 uur CAM 1: VE 2 loopt verder de winkel binnen. Een derde (VE 3) en vierde (VE 4) verdachten komen aan de linkerkant langs het rolluik naar binnen;
- 04.24.10 uur CAM 3: De bestuurder van de auto (VE 5) staat op straat en loopt naar het rolluik welke hij op en neer beweegt; [9] - 04.24.13 uur Verschillende verdachten graaien o.a. met een hele arm in de kasten naar de dozen met parfum die vermoedelijk in de grote tassen vallen;
- 04.24.16 uur CAM 1: Alle 4 de verdachten in beelden tijdens het graaien in de kasten in de winkel;
- 04.24.18 uur CAM 1: VE 1 loopt met een grote gevulde donkere tas naar de rechterzijde van het rolluik; [10] - 04.24.30 uur CAM 1: VE 1 komst terug de winkel in zonder tas. VE 2 loopt met een gevulde tas naar de linkerkant van het rolluik maar komt vervolgens teruglopen met de gevulde tas;
- 04.24.32 uur CAM 1: De bestuurder (VE 5) van de auto staat buiten en loopt met een gevulde tas. Deze is vermoedelijk overgenomen van VE 1; [11] - 04.25.09 uur CAM 1: na nog even te graaien naar parfum gaan de 4 verdachten in de winkel naar buiten via de zijkanten van het rolluik. Daarna verdwijnen alle 5 de verdachten uit beeld. De auto blijft staan op straat. [12]
Door [aangeefster] , samen met [aangever ] , mede-eigenaar van [winkel] aan het [adres] te [vestigingsplaats] , aangifte gedaan.
Op 5 juni 2021, om 04:25 uur, werd [aangever ] gebeld dat er een alarmmelding was binnengekomen. Gelijk daarna had ze mij gebeld om te vertellen wat er gebeurd was. Ik ben toen ook via mijn telefoon op de camerabeelden van de winkel gaan kijken en ik zag dat alles in de winkel verschoven was. Alles wat voorin de winkel stond, stond veel meer richting de achterkant van de winkel. Het was echt een ravage. Eenmaal bij de winkel zag ik dat de hele pui eruit lag. [13]
Op 10 juni 2021 ontving verbalisant [verbalisant 5] een mail van aangeefster [aangeefster] met daarop de goederen die bij de ramkraak waren wegegnomen. [14] Uit het overzicht volgt dat er onder andere parfums waren weggenomen van onder meer de merken Dior en Chanel en Hermes en Yves Saint Laurent en Prada en Hugo Boss. [15]
Op 5 juni 2021 te 04.24 uur kreeg ik, verbalisant [verbalisant 6] , de opdracht naar de [adres] te [vestigingsplaats] te gaan, daar zou een ramkraak heterdaad plaatsvinden bij een Parfum winkel. Ik hoorde dat collega's een deel van de buit hadden teruggevonden. Dit was op het fietspad nabij het [locatie] . Ik ben vervolgens richting de [straat] gereden. Op het fietspad trof ik ter hoogte van het bruggetje bij het [straat] een heel spoor met luchtjes (
de rechtbank begrijpt dat hier wordt bedoeld: parfumflesjes) aan.
Vanaf het [straat] leidde het spoor mij naar de [straat] naar de kruising met het [straat] . Daar linksaf richting de [straat] . Vervolgens ter hoogte van de [straat] stopte deels het spoor.
Ik ben vervolgens de [straat] overgestoken naar de [straat] . Daar ging ik linksaf richting de [straat] en daar rechtsaf. Ter hoogte van de [straat] huisnummer [huisnummer] bevond zich een voetpad. Ter hoogte van het voetpad zag ik rechts van mij een scooter in het voetpad staan, met kenteken [kenteken] . Vervolgens zag ik links van mij in het weggetje naar het parkeerplaatshofje nog een scooter staan, met het kenteken [kenteken] . [16] Ik voelde aan de uitlaten van beiden scooters. Ik voelde dat beide scooters nog warm waren. Ik ben vervolgens met mijn surveillancehond vanaf de scooter welke in het voetpad stond gaan zoeken. Ik zag dat mijn surveillancehond mij over het voetpad leidde welke tussen de woning lag, richting de [straat] . Onderweg kwam ik ook nog drie parfumflesjes tegen. Op de [straat] ging het spoor naar rechts richting de [straat] , daar trof ik ook nog een kapotte parfumfles aan. [17]
Door verbalisant [verbalisant 7] werd onderzoek gedaan naar de tenaamstelling van de aangetroffen scooters. [18]
De scooter met het kenteken [kenteken] staat sinds 13 mei 2020 geregistreerd op naam van [medeverdachte] .
De scooter met kenteken [kenteken] staat sinds 26 juni 2021 op naam van [A] . [A] heeft een zoon genaamd [verdachte] . [19]
Op donderdag, 8 juli 202 bezochten wij, [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , de woning van [verdachte] aan de [adres] te [woonplaats] , om alsnog de buddyseat te onderzoeken en
de contactsleutel terug te geven. Voor de deur zagen wij de bewuste scooter geparkeerd staan. Hierop heb ik [verbalisant 9] , meerdere malen bij de woning aangebeld en op de ramen en voordeur geklopt. Er werd niet gereageerd. Hierop heb ik, [verbalisant 9] met de contactsleutel de buddyseat geopend. In de buddyseat trof ik een boodschappentas aan, gevuld met diverse verpakte parfumflesjes. In totaal betrof het 14 parfumflesjes van de merken, Chanel, Dior, Boss, D'Hermes en Yves Saint Laurent. Op het moment dat ik die tas aantrof kwam [verdachte] naar buiten [verdachte] kon niet verklaren hoe die tas met parfumflesjes in zijn scooter terecht was gekomen. [20]
Door verbalisant [verbalisant 10] werd onderzoek verricht naar dactyloscopische sporen op 14 parfumdoosjes. [21] Dit betrof de doosjes die waren aangetroffen in de buddyseat van de scooter. [22] Door verbalisant werden, onder andere, de navolgende sporen veiliggesteld. [23]
- Sinnummer AA016220NL, spoornummer 168930 folie/ verpakking parfumdoosje “ysl”; [24]
- Sinnummer AA016235NL spoornummer 168948 parfumdoosje: 'hermes'. [25]
Door verbalisant [verbalisant 11] werd onderzoek gedaan naar de aangetroffen dactyloscopische sporen en werd het volgende bevonden:
- Sinnummer AA016220NL: spoor geïndividualiseerd op [verdachte] 17-02-2003;
- Sinnummer AA016235NL: spoor geïndividualiseerd op [verdachte] 17-02-2003. [26]
Door verbalisant [verbalisant 12] werd onderzoek gedaan naar de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ). Door verbalisant werd het volgende bevonden.
In de aangifte van de diefstal van de scooter stonden twee mobiele telefoonnummers gekoppeld aan [verdachte] te weten [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) en [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ). Volgens CIOT-bevragingen staat [telefoonnummer] op naam van [A] (vader van [verdachte] ) en heeft het nummer [telefoonnummer] geen tenaamstelling. Echter op 17 mei 2019 werd [verdachte] voor het eerst door de politie geregistreerd met het telefoonnummer [telefoonnummer] . [27]
Door verbalisant [verbalisant 7] werd een analyse gemaakt van de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] . Door verbalisant werd het volgende bevonden.
Uit de historische verkeergegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat deze op 5 juni 2021 om 03:51.18 uur en 05:59.31 uur gebruik maakt van een telecommast op de [straat] te [woonplaats] . De [straat] bevindt zich in de directe nabijheid van de locatie waar de scooter van [verdachte] is aangetroffen. Tevens bevindt de [straat] zich in de nabije omgeving van de locatie van de ramkraak.
Uit de verkeersgegevens blijkt dat het telefoonnummer op genoemde daadwerkelijk actief is. [28] Tenzij de gebruiker zijn telefoon heeft uitgeleend kan het niet anders zijn dan dat de gebruiker op dat moment ook in de nabijheid is van de [straat] .
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat er op 5 juni 2021 tussen 00:30 uur en 02;30 uur zeven keer contact is met het tegennummer [telefoonnummer] en dat er om 02:38 uur, 02:39 uur en om 05:59 uur contact is met het tegennummer [telefoonnummer] . [29]
Bewijsoverwegingen
Doorzoeking scooter met kenteken [kenteken]
De raadsman heeft bepleit dat de doorzoeking van de scooter onrechtmatig was. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat door het besluit van de officier van justitie om de scooter terug te gegeven, de eerder verleende toestemming van verdachte om de scooter te doorzoeken is komen te vervallen. De scooter is derhalve doorzocht zonder toestemming van verdachte en/of toestemming van de rechthebbende van de scooter, de vader van verdachte.
Er is sprake van een inbreuk op de procesorde en er is geen sprake van equality of arms. Verdachte hoeft niet zonder meer mee te werken aan zijn eigen veroordeling en heeft zich niet kunnen verweren tegen het openen van de buddyseat. Hij had toestemming daartoe kunnen weigeren. Dit levert een onherstelbaar vormverzuim op als bedoeld in artikel 359a WvSv en dient primair te leiden tot bewijsuitsluiting. Subsidiair dient dit te leiden tot strafvermindering, dan wel de constatering daarvan.
De officier van justitie heeft gesteld dat uit het dossier volgt dat verbalisanten, kort nadat de scooter was opgehaald, er achter kwamen dat de scooter nog niet was doorzocht. Verdachte had zelf eerder al toestemming gegeven de scooter te doorzoeken. Gelet op artikel 96b van het Wetboek van Strafvordering (WvSv.) hadden de verbalisanten de bevoegdheid om de buddyseat van de scooter te doorzoeken en is er geen sprake van een vormverzuim
Subsidiair levert het enkel openen van de buddyseat, gelet op vaste jurisprudentie, geen schending op van artikel 6 EVRM. Indien de rechtbank van oordeel is dat er wel sprake is van een schending dan kan worden volstaan met de constatering daarvan en/of een strafvermindering.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. De rechtbank is van oordeel dat er geen rechtens te respecteren belang van verdachte is geschonden. Zoals uit het dossier blijkt staat de scooter op naam van de vader van verdachte en heeft verdachte namens zijn vader aangifte gedaan van de diefstal van de scooter.
De rechtbank merkt voorts op dat de betreffende verbalisanten in het kader van artikel 96b van het Wetboek van Strafvordering de bevoegdheid hadden om de scooter te doorzoeken. Artikel 96b WvSv geeft hen, in het geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, de bevoegdheid ter inbeslagneming een vervoermiddel, met uitzondering van het woongedeelte zonder toestemming van de bewoner, te doorzoeken en zich daartoe de toegang tot dit vervoermiddel te verschaffen.
De scooter van verdachte is, met een warme uitlaat, kort na de ramkraak aangetroffen aan het eind van een door de daders achtergelaten spoor van verloren parfumflesjes. Gelet daarop bestond er voldoende verdenking om de scooter op grond van artikel 96b van het WvSv te doorzoeken, dus ook zonder toestemming van de vader van verdachte en ook nadat de scooter al vanuit het beslaghuis was opgehaald.
Diefstal scooter met kenteken [kenteken]
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat de scooter in de periode van juni 2021 te 24.00 uur tot en met 5 juni 2021 te 14.00 uur gestolen is, niet aannemelijk.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Verdachte heeft in zijn aangifte aangegeven dat de scooter op het stuurslot stond. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat er twee sleutels van de scooter waren, één sleutel was in zijn bezit en de andere sleutel lag thuis.
Uit het dossier (pagina 273) volgt echter dat de scooter na de vermeende diefstal geen sporen van braak of verbreking vertoonde. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het stuurslot en het contact nog heel was toen hij de scooter van de politie terugkreeg.
Daarnaast acht de rechtbank het niet aannemelijk dat verdachte, zoals hij ter terechtzitting heeft verklaard, de scooter - nadat de benzine in de scooter op was - de scooter rond middernacht op zeer korte loopafstand (30 tot 60 seconden) van zijn huis op straat heeft laten staan.
Verder volgt uit het dossier niet dat een ander of anderen, anders dan verdachte, in de nacht van 5 juni 2021 gebruik heeft of hebben gemaakt of kunnen maken van de scooter.
De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte in de nacht van 5 juni 2021 de gebruiker van de scooter met het kenteken [kenteken] is geweest.
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] , dat gekoppeld is aan verdachte, is voor en na de ramkraak in gebruik en straalt een telefoonmast op de [straat] in [woonplaats] aan. Deze mast is gelegen in directe nabijheid van de locatie waar de scooter met kenteken [kenteken] is aangetroffen en in de nabij omgeving waar de ramkraak heeft plaatsgevonden.
Verdachte heeft zich ten aanzien van de vragen voor wat betreft het gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer] in de nacht van 5 juni 2021 beroepen op zijn zwijgrecht.
Verder volgt uit het dossier niet dat een ander of anderen, anders dan verdachte, in de nacht van 5 juni 2021 gebruik heeft of hebben gemaakt van de telefoon met nummer [telefoonnummer] .
De rechtbank is van oordeel dat verdachte degene is die in de nacht van 5 juni 2021, de telefoon met het nummer [telefoonnummer] heeft gebruikt.
Tegenover de hiervoor genoemde bewijsmiddelen heeft de verdachte zijn alternatieve scenario, namelijk dat de door hem gebruikte scooter was gestolen en dat hij met de ramkraak niks te maken had, niet aannemelijk gemaakt. Gelet op de bewijsmiddelen (en met name de omstandigheid dat de bij hem in gebruik zijnde scooter in de nabije omgeving van de beroofde parfumerie met warme motor is aangetroffen, dat in de buddyseat van de scooter (die in zijn bezit is gebleven) later een deel van de buit is aangetroffen en dat de telefoon van verdachte kort voor en na de ramkraak in de nabije omgeving daarvan is gebruikt, zonder dat verdachte daarvoor een verklaring heeft gegeven) gaat de rechtbank er daarom vanuit dat het niet anders kan dan dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen bij het plegen van de ramkraak.
De rechtbank acht, gelet op voornoemde feiten en omstandigheden, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen een ramkraak heeft gepleegd bij de [winkel] in [vestigingsplaats] en daarbij een grote hoeveelheid parfum heeft weggenomen.
feit 2
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft het onder 2 ten laste gelegde feit bekend. De verdediging heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden, gelet op artikel 359 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 mei 2023;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 14 december 2021, genummerd 20211214.1329.17368, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 13] van de politie Eenheid Midden-Nederland doorgenummerd pagina 289 (van het proces-verbaal met nummer 220425.1052.26152);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 15 december 2021, genummerd 20211214.1329.17368, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 14] en [verbalisant 15] van de politie Eenheid Midden-Nederland doorgenummerd pagina 298 en 299 (van het proces-verbaal met nummer 220425.1052.26152);
  • een geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 15 december 2021, zaaknummer 2021.12.15.121 (aanvraag 001) opgemaakt door N. van Doorn, rapporteur, doorgenummerd pagina 300 (van het proces-verbaal met nummer 220425.1052.26152);
  • een geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 15 december 2021, zaaknummer 2021.12.15.121 (aanvraag 002) opgemaakt door N. van Doorn, rapporteur, doorgenummerd pagina 301 (van het proces-verbaal met nummer 220425.1052.26152).

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 primair
op 5 juni 2021 te Vleuten , gemeente Utrecht tezamen en in vereniging met anderen een hoeveelheid flesjes parfum (van verschillende merken waaronder; Dior en Chanel en Hermes en Yves Saint Laurent en Prada en Hugo Boss), die geheel aan [aangever ] en [aangeefster] en [winkel] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
feit 2hij op 14 december 2021 te Utrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 4,81 van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Hetgeen onder 1 primair en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 primair
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit verdachte ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde een geldboete op te leggen.
Subsidiair heeft de verdediging bepleit de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf te matigen en rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en het tijdsverloop in deze zaak.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft met zijn medeverdachten een ramkraak gepleegd bij een parfumerie en daarbij een groot aantal parfums weggenomen. Zij hebben met een gestolen auto in het holst van de nacht de pui van de winkel vernield en daarbij enorme schade veroorzaakt. Dergelijke feiten zorgen voor gevoelens van onrust en onveiligheid bij de slachtoffers en in de maatschappij. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij op geen enkel moment de verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen.
Daarnaast heeft verdachte 4,81 gram cocaïne voorhanden gehad. Het is een feit van algemene bekendheid dat de handel in drugs gepaard gaat met verschillende vormen van criminaliteit en illegale geldstromen, waarbij het een belangrijke schakel vormt in de keten van criminele ondermijnende activiteiten die de samenleving ernstig ontwrichten.
Gelet op het vorenstaande kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 12 april 2023 blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen. De rechtbank weegt dit niet in strafmatigende zin mee;
- een reclasseringsadvies van de Reclassering Nederland van 10 mei 2023, opgemaakt door M. de Jong, reclasseringswerker.
Uit het rapport van de reclassering blijkt dat verdachte zeer beperkt heeft meegewerkt aan het onderzoek waardoor de reclassering niet weet hoe het tenlastegelegde tot stand is gekomen en er geen risicoanalyse opgesteld kan worden. Uit een verouderd onderzoek blijkt dat verdachte ADD heeft en het daarnaast moeilijk vindt om informatie te generaliseren, verbanden te leggen en te schakelen tussen verschillende denkstrategieën. Verdachte is niet bekend met wat de diagnose voor hem betekent en hij heeft geen hulpverlening genoten. Hij staat daar ook niet voor open. Verdachte heeft geen hulpvragen aan de reclassering en ziet geen meerwaarde in begeleiding. Ondanks dat de reclassering verdachte ongeveer anderhalf jaar begeleid heeft, heeft zij weinig zicht gekregen op eventuele risico’s en beschermende factoren. Vanwege zijn houding ziet de reclassering op dit moment ook geen mogelijkheden voor begeleiding. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden en ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen. Als verdachte zijn startkwalificatie behaald heeft in juni/juli 2023, ziet de reclassering geen zwaarwegende negatieve consequenties voor een gevangenisstraf, zoals het verliezen van werk of een woning.
Strafoplegging
De rechtbank heeft acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Het uitganspunt voor:
  • een ramkraak is een gevangenisstraf van 12 maanden. Als strafverzwarende omstandigheden weegt de rechtbank de omvang van de schade en het samenwerkingsverband tussen verdachte en zijn medeverdachten mee;
  • het aanwezig hebben van een hoeveelheid tot 10 gram harddrugs is een geldboete van € 750,00.
In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop, de nog jonge leeftijd van verdachte en de omstandigheid dat verdachte na het bewezenverklaarde niet opnieuw in contact met politie en/of justitie is gekomen.
In het nadeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met de proces-houding van verdachte en de hiervoor genoemde strafverzwarende omstandigheden.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, passend en geboden is. De rechtbank zal een deel hiervan, 4 maanden, voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van twee jaren. Het voorwaardelijk deel dient voor verdachte als stok achter de deur om te proberen hem er van te weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan het plegen van strafbare feiten.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de onder verdachte in beslag genomen;
  • 32 bolletjes verdovende middelen te onttrekken aan het verkeer;
  • 4 lege telefoondozen en twee telefoons terug te geven aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten 32 bolletjes verdovende middelen, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met behulp van deze voorwerpen is het onder 2 bewezen verklaarde feit begaan.
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen, te weten: 2 telefoons en vier lege telefoon dozen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en
- 2 en 10 van de Opiumwet,
zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 12 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
-
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 4 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
feit 1 primair
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • lege doos Iphone 7 (omschrijving: PL0900-MD4R021049_700185);
  • lege doos Iphone 5S (omschrijving: PL0900-MD4R021049_700186);
  • lege doos Iphone XR, (omschrijving: PL0900-MD4R021049_700187);
  • lege doos Iphone 8 (omschrijving: PL0900-MD4R021049_700191);
  • telefoontoestel (omschrijving: PL0900-MD4R021049_700181);
  • telefoontoestel (omschrijving: PL0900-MD4R021049_700115);
feit 2
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
32 bolletjes verdovende middelen (omschrijving: PL0900-2021174891-G292046).
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, mrs. J.F. Haeck en J.C. Hooker, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 juni 2023.
Mr. J.C. Hooker is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Vleuten, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid flesjes parfum (van verschillende merken waaronder; Dior en/of Chanel en/of Hermes en/of Yves Saint Laurent en/of Prada en/of Hugo Boss), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever ] en/of [aangeefster] en/of [winkel] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
één of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 5 juni 2021 te Vleuten, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, een hoeveelheid flesjes parfum (van verschillende merken waaronder; Dior en/of
Chanel en/of Hermes en/of Yves Saint Laurent en/of Prada en/of Hugo Boss), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever ] en/of [aangeefster] en/of [winkel] , in elk geval aan een ander dan aan die onbekend gebleven personen en/of verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die onbekend gebleven personen en/of zijn/hun mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 5 juni 2021 te Vleuten, gemeente Utrecht opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door een (vlucht)scooter ter beschikking te stellen
en/of in de omgeving van de [winkel] een (vlucht)scooter klaar te zetten en/of op de uitkijk te staan in de omgeving en/of telefonisch te onderhouden met één of meer van die onbekend gebleven personen/(mede)dader(s);
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 juni 2021, te Vleuten, gemeente Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (van) een hoeveelheid flesjes parfum (van verschillende merken waaronder; Dior en/of Chanel en/of Hermes en/of Yves Saint Laurent en/of Prada en/of Hugo Boss), althans een of meer voorwerpen
(Sub a)
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
(Sub b)
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
( art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 14 december 2021 te Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 4,81 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal in het onderzoek 31Lucht21, genummerd 220425.1052.26152, opgemaakt door de Districtsrecherche Stad-Utrecht, doorgenummerd pagina 1 tot en met 339. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 19.
3.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 21.
4.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 229.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 230.
6.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 231.
7.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 232.
8.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 233.
9.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 234.
10.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 235.
11.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 236.
12.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 237.
13.Proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , pagina 65.
14.Proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, pagina 67.
15.Bijlagen proces-verbaal van bevindingen, pagina 68 tot en met 83.
16.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 45.
17.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 46.
18.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 54.
19.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 55.
20.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 111.
21.Proces-verbaal vooronderzoek lab, pagina 134.
22.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 173 en 174.
23.Proces-verbaal vooronderzoek lab, pagina 134.
24.Proces-verbaal vooronderzoek lab, pagina 139.
25.Proces-verbaal vooronderzoek lab, pagina 141.
26.Proces-verbaal resultaat onderzoek dactyloscopische sporen, pagina 142.
27.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 186.
28.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 188.
29.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 189.