ECLI:NL:RBMNE:2023:2689

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
UTR 23/149
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juni 2023, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) behandeld. Het Uwv had op 3 januari 2023 een dwangbevel tot betaling van € 6.135,09 uitgevaardigd. Eiser heeft echter het griffierecht van € 50,- niet op tijd betaald, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kan worden behandeld zonder betaling van het griffierecht. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor de late betaling, ondanks dat de rechtbank op 15 februari 2023 een aangetekende brief heeft gestuurd waarin werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/149

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juni 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het Uwv.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het besluit van het Uwv van 3 januari 2023, inhoudende een dwangbevel tot betaling van een bedrag van € 6.135,09.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
3. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. [1] In dit geval is het griffierecht € 50,-.
4. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
5. De rechtbank heeft eiseres op 15 februari 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
6. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
7. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. [2] Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
mr.I.C. de Zeeuw-'t Lam, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
9 juni 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:54 Awb.