Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
[verdachte] gaat naar vechtende groep en geeft aangever [slachtoffer] een klap tegen het gezicht. [2] Aangever [slachtoffer] wordt door verdachte 3 van achteren tegen zijn hoofd geslagen. Hij haalt volledig uit met zijn rechterarm. [3] Aangever [slachtoffer] komt hard ten val op zijn gezicht door de klap op zijn achterhoofd. Hij lijkt op dat moment bewusteloos te zijn.[verdachte] haalt met zijn rechtervoet uit terwijl aangever [slachtoffer] met zijn gezicht op de grond ligt. Door de trap tegen zijn hoofd draait deze als van een lappen pop de ander kant op. [4] ”
Toen [slachtoffer (voornaam)] (de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer] ) op de grond lag zag ik dat iemand volle bak met zijn voet uithaalde naar het hoofd van [slachtoffer (voornaam)] en hem hard tegen zijn hoofd trapte, alsof hij een penalty nam. Ik hoorde dat [slachtoffer (voornaam)] een gorgelend geluid maakte en zag dat hij niet goed reageerde.” [5]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
een gevangenisstraf van 5 maanden;
een gedeelte van 3 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd,tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van 2 jarenvast;
algemene voorwaardendat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
dadelijk uitvoerbaarzijn;
heft ophet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2022 tot de dag van de algehele betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van aan de Staat € 7.056,93 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 70 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;