In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van [verzoekster] tegen [verweerder] B.V. over de vernietiging van een ontslag op staande voet. [verzoekster] was sinds 12 september 2022 in dienst als service adviseur en werd op 21 februari 2023 op staande voet ontslagen wegens vermeende fraude met een factuur voor werkzaamheden aan haar eigen auto. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel er een dringende reden voor ontslag was, [verweerder] onvoldoende rekening had gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoekster]. Deze omstandigheden omvatten de verkoop van haar woning en de gevolgen voor haar hypothecaire aanvraag, waardoor zij met vier minderjarige kinderen in een stacaravan moest verblijven. De kantonrechter concludeerde dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was en heeft het verzoek tot vernietiging van het ontslag toegewezen. Tevens werd [verweerder] veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris en de proceskosten aan [verzoekster].