ECLI:NL:RBMNE:2023:2573
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens onherleidbare machtiging in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door [A], heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] inzake de waardering van onroerende zaken voor het belastingjaar 2021. De heffingsambtenaar had op 30 januari 2021 de WOZ-waardes vastgesteld, waarbij eiser bezwaar had aangetekend. In de uitspraak op bezwaar van 10 december 2021 werd het bezwaar van eiser gegrond verklaard voor één object, terwijl de waardes van de overige objecten werden gehandhaafd. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geconstateerd dat de machtiging die door [A] was overgelegd, niet voldeed aan de vereisten. De rechtbank heeft eiser meerdere keren in de gelegenheid gesteld om de benodigde machtiging te overleggen, maar deze volmachten bleken onherleidbaar. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat [A] bevoegd was om namens eiser beroep in te stellen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat eiser immateriële schade had geleden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.