ECLI:NL:RBMNE:2023:2572
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de intrekking van een maatregel tot verlaging van ziekengeld in het kader van re-integratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, een werkgever, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de intrekking van een maatregel tot verlaging van het ziekengeld van een ex-werknemer. De ex-werknemer had zich op 11 mei 2021 ziek gemeld en zijn dienstverband eindigde op 1 december 2021. Eiseres, als eigenrisicodrager, verzocht het Uwv om een maatregel op te leggen omdat de ex-werknemer niet had meegewerkt aan zijn re-integratie. Het Uwv legde twee maatregelen op: een verlaging van 10% en een van 25% van het ziekengeld. De ex-werknemer maakte bezwaar tegen deze besluiten, waarop het Uwv het bezwaar tegen de eerste maatregel ongegrond verklaarde, maar het bezwaar tegen de tweede maatregel gegrond verklaarde vanwege onduidelijkheid over de re-integratie.
Eiseres ging in beroep tegen het bestreden besluit van het Uwv. Tijdens de zitting op 17 mei 2023 werd het beroep behandeld. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht de maatregel tot verlaging van het ziekengeld met 25% had ingetrokken. De rechtbank concludeerde dat niet was komen vast te staan dat de ex-werknemer onvoldoende had meegewerkt aan zijn re-integratie. Eiseres had onvoldoende concrete afspraken gemaakt met de ex-werknemer en er ontbrak een plan van aanpak. De rechtbank volgde het Uwv in zijn oordeel dat de re-integratieverplichtingen pas vanaf 1 december 2021 golden en dat de bewijsvoering van eiseres niet voldeed aan de eisen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de kostenvergoedingen af.